Gelukkig de mens

Overweging nav Psalm 1 en Lc 9:46-48

Op 14 juli 2019 bij de Overstapviering voor kinderen van groep 8

Ds Marleen Kool

 

Psalm 1

Zo ongeveer de 4/ 5 eeuw voor Christus ontstonden de Psalmen. Hebreeuwse poëzie. Gedichten zijn het. Mensen kregen de geest, inspiratie om onder woorden te brengen wat ze dachten,

over het leven, over zichzelf en God. Over wie je bent en worden mag...in de ogen van God.

 

In de Psalmen gaan ze eigenlijk met ‘God’ in gesprek en het mooie is God antwoord.

Er ontstaat een dialoog. Toen wij met elkaar over God spraken zeiden jullie: bij God horen woorden als kracht, hoop, hulp, vertrouwen. Fantasie. Beeldspraak...

 

Psalm 1, die we lezen, is daar een voorbeeld van.

Gelukkig is de mens die is als een boom geplant aan stromend water, zegt de dichter daar. 

 

Karel Eykman maakte een eigen vertaling van deze psalm, een beetje meer in onze tijd, zodat wij het ook begrijpen.

Ik lees de psalm voor. En dan moet je voorstellen, dat jij op een fiets zit, en dat God naar je kijkt. Maar ik vermoed, dat ook je vader of je moeder, iemand die veel van je houdt, zich herkent in diegene, in de ik...van de Psalm... mensen zijn immers gemaakt om beelddrager te worden van God (Gen 1)

Luister maar.

 

Lezing naar Psalm 1 Gelukkig is de mens die niet meegaat met wie kwaad doen. Wie vreugde vindt in de woorden van God, zal zijn als een boom, geplant aan stromend water.’

 

Je rijdt de straat uit

Tegen het ochtendlicht in.

Je recht je rug

Om de rugzak aan je schouders.

Je kijkt niet om,

Je hebt je blik recht vooruit.

Zo fiets je naar school.

Als ik je zo zie,

Ben ik op jou zo trots.

Ik zou je mee willen geven:

Blijf nieuwsgierig en blijf overeind.

Ga met open ogen de wereld tegemoet.

Blijf niet hangen bij de slappe hap van vlotte babbels.

Maar ga de weg van moedige eerlijkheid

Dan ben je op de goede weg.

Ga zonder vrees tegen betweters in.

Wat je ook doet, doe er goed aan.

Waar het ook met je heengaat, je komt er wel.

Zo fier als je nu bent, moet je blijven.

Zo zal ik je altijd onthouden.

Je moet je houden aan het lef dat je nu hebt.

Zie je zo wegfietsen,

Dan heb je mijn zegen.

Daar moet je het mee doen.

Maar kijk je wel goed uit bij dat kruispunt?

 

Uit: ‘Met open ogen. 100 Bijbelse gedichten.’

Van Karel Eykman

 

Overweging

Psalm 1 vergelijkt de mens met een boom.

Twee weken geleden, toen we bij elkaar zaten om deze viering voor te bereiden,

legde ik bomen neer op tafel en vroeg jullie: welk boom past er bij jou? En aan jullie ouders: Welke bij je kind? Hoe zie je hem, haar? De meesten ouders kozen dezelfde boom als jullie, een enkele boomde daar thuis nog wat verder over!

Het waren deze bomen, u ziet ze hier boven mij....en al kijkend kun je de vraag aan jezelf stellen: Welke boom past op dit moment in je leven het meest bij je?

Is dat de populier: die groeit de hoogte in, wil ontdekken, uitzicht hebben

Of, is dat de eik: die is krachtig, robuust, stevig geworteld.

Misschien is het wel de treurwilg, die heeft iets droevigs over zich, maar is ook heel hoopvol. Want deze verliest als laatste zijn bladeren en wordt al vroeg weer groen.

De Els is soepel en buigzaam...of ben je meer als een olijfboom? die lijkt verweerd en oud, maar kan heel oud worden en groeit op plekken waar vrede is....

Ik denk als we allemaal zouden vertellen welke boom we hadden gekozen, dat ik hier een prachtig bos voor me zou zien.....

waar alle soorten door elkaar heen staan...de een houd de ander een beetje overeind houden...bomen geven steun, schaduw, licht...zuurstof! 

Ja, je merkt het al, bomen spreken tot onze verbeelding.

Een van jullie zei meteen toen de bomen er lagen: ik ben een populier: want ik houd ervan om te ontdekken. Ik wil altijd alles weten. Een ander zei: ik ben als een Els... soepel en buigzaam. Ik beweeg altijd wel makkelijk mee...als iemand iets leuks wil, doe ik graag mee...

En de rest waren allemaal eiken: stevig geworteld, robuust. Krachtig.

Ja, bomen spreken tot onze verbeelding.

Ze bepalen het landschap.

Ze zijn er als vertrouwd herkenningspunt, als ontmoetingsplaats.

Soms zie je namen en hartjes in de bast gekerfd, dan weet je: hier hebben twee elkaar de liefde verklaard! Stoer en sterk kunnen ze er staan. Vaak al veel langer dan wij....

Bomen en mensen hebben wat met elkaar.  We raakten alleen al door een boom te kiezen meteen met elkaar in gesprek over ons leven. Hoe we onszelf zien en hoe wij worden gezien.

Net als bomen zijn wij geworteld, hebben we voeding nodig. Lucht en licht.

Net als bomen zijn wij gevoelig voor onze omgeving.

Je wordt erdoor gevormd...door wie om je heen zijn, de klas waarin je zit, het gezin waarin je opgroeit. En we zijn net als bomen, kwetsbaar voor invloeden van buitenaf en vanbinnen. Wie we zijn, ons leven, wordt beïnvloed door aan de ene kant wat je overkomt en aan de andere kant ook door keuzes die je maakt. Hoe je het leven en wat daarin op je weg komt, tegemoet gaat.

 

Daarover gaat het ook in Psalm 1. Over hoe je leeft, waar je je mee voedt, waar je je door laat inspireren en vormen.

‘Gelukkig de mens die...’zo begint deze psalm in de bijbel, Eykman vertaalt vrij, ‘met open ogen de wereld tegemoet gaat, fier, rechtop. Gelukkig de mens die goed doet...

die luistert naar het goede wat je hart je ingeeft.

Het goede dat wordt in de bijbel verstaan als: in liefde met God, je naaste, en je zelf....

 

‘Gelukkig wie die zich verdiept in de woorden van God’,

staat er in de oorspronkelijke tekst,

Er staat een woord, wat duidelijk maakt dat de diepte van die woorden van God, niet in een keer tot je door dringt, dat het inspanning vraagt, aandacht, tijd om zo’n stijl van leven te laten groeien.

Wie dat doet, die woorden overwegen, er op kouwen zouden wij zeggen,

is als een boom, zegt de Psalm. Een stevige boom met wortels in de grond. En voldoende water in de omgeving.

 

Aan de buitenkant zie je niet altijd wat een boom heeft doorstaan, daar vertelt de binnenkant wel van: dat doen de jaarringen. Daar zie je de groei, de littekens, in de jaarringen kun je zien of het de boom goed is gegaan of dat er ook zware tijden waren. Soms staat de jaarringen dicht bij elkaar, soms is er veel tussenruimte. Je herkent jaren van droogte, van groei, van gelukkige tijden of stormschade....jaarringen vertellen de biografie, het eigen verhaal van de boom...

Zo is dat eigenlijk ook bij ons mensen. Dat wij jaarringen hebben. Aan de buitenkant niet zichtbaar, maar vanbinnen voelbaar.

Soms zichtbaar voor wie goed kijkt. Wie jou goed kent....

Het zijn groeiringen, ze vertellen het verhaal van jouw leven tot nu toe.

Voor jullie 12 ringen...voor anderen wat meer...en ieder verhaal ziet er heel verschillend uit. Daarover hebben we met elkaar gesproken. Hoe jullie in dankbaarheid ontvangen zijn, als baby, je leerde kruipen, opstaan, lopen, praten, zingen, de wereld proeven en verkennen. Je eerste stappen op schol, Je vrienden, vriendinnen die je kreeg...en zo gaat het door.

Jaarringen van een mens vertellen over de groei, de vreugde, het geluk in jouw leven maar ook over de zorgen die er zijn of waren. De seizoenen die over jouw leven tot nu toe heen zijn gegaan.

Ze vertellen van de zomers dat je onbezorgd speelde, lentes waarin onbekommerd jezelf durft te laten zien, dagen dat je stralend door het leven gaat, maar ook van herfst, van verdriet of zorgen die je hebt, van winters, waarin je zoekt en het even niet zo goed weet misschien: wie ben ik, tussen al die anderen...en hoe zal het verder gaan?

 

Bomen en mensen hebben wat met elkaar.

Maar anders dan bomen, zetten wij stappen. Bomen niet, die blijven staan.

En vandaag staan we stil bij jullie overstap.

Deze week musical en dan is het tijd om afscheid te nemen van de klas, van leerkrachten die jou goed kennen in het begin voel je je misschien soms wat ontworteld als je straks op een nieuwe school rondloopt, in een nieuwe klas. 

 

Ik hoop dat jullie het vertrouwen houden, wat jullie aan tafel uitstraalden.

Je hoeft niet te voldoen aan verwachtingen van anderen. 

Wat stond er ook al weer: ‘blijf niet hangen aan vlotte babbels van anderen, ga zonder vrees tegen betweters in blijf zo fier als je nu bent.’

‘Houdt het lef’, het hart betekent dat, ‘dat je nu hebt....’

 

In het tweede stukje uit de bijbel lazen van Jezus die een kind in het midden zet. Een kind is ontvankelijk, puur en echt...onbevangen ook...niet berekenend.

Sprekend over wat de overstap voor jullie betekent zeiden jullie:

‘Dan zijn we eindelijk geen kind meer’.

Ik snap wel wat jullie bedoelen, maar tegelijk dacht ik ook:

ik hoop dat jullie daar toch iets van weten te behouden! Van dat pure en dat je beseft dat je niet af bent... dat je erop gemaakt bent om te groeien. Ja ze wordt groter, je lichaam verandert en groeit, maar ook van binnen zullen jullie groeien, in vertrouwen. In wie je bent.

 

Wat ik zo mooi vind in al die verhalen waarin Jezus met mensen praat, is dat hij hen dat geeft: vertrouwen, je mag worden wie je bent.

En dat is net iets anders dan zeggen: ‘wees maar gewoon jezelf’.

Dat klinkt alsof je al klaar bent...alsof er niets meer zou (kunnen/ hoeven) veranderen....

 

‘Je mag worden wie je bent’, daarin schuilt een belofte en ook diep vertrouwen: in jou zit iets moois, iets goeds, daar mag je mee tevoorschijn komen. En je mag er van delen aan wie er om je heen zijn, op de plekken waar je bent en komen gaat. Jezelf worden, dat gebeurt in verbinding met anderen.

Samen. Hier in de kerk, thuis, op school en onderweg.

Bij jullie doop klonken deze woorden: ‘God heeft jou bij je naam geroepen, jij bent geborgen bij hem.’ Dat ligt als vloertje onder dat vertrouwen. Met alle groeiringen die er in je zijn en nog bij zullen komen, mag je weten, dat je geborgen bent, Gods handen onder jou. Dat is beeldspraak, fantasie...maar wel hele mooie, kostbare fantasie, die niet ozmaar uit de lucht is komen vallen, maar die eeuwenlang al is ervaren door mensen, en die wij, die jij en ik ervaren kunnen. Soms even als iemand naast je staat en met je meeloopt. Vraagt, luistert wat er bij jou vanbinnen is, dat je bezighoudt. Hoe jouw jaarringen er eigenlijk uitzien. Waar je op hoopt, naar verlangt, of waar je bang voor bent.

In die ander kun je soms ook iets van God herkennen. Die met je meegaat.

 

Dat we zo mogen worden, als een boom geplant aan stromend water.

Weerbaar, vol levenskracht.

Gelukkig die mens die op weg gaat met geloof, met hoop en liefde

Gelukkig jullie op de weg die je mag gaan, in vertrouwen en verbondenheid. Amen.