PREEK 25 november.
Laatste zondag kerkelijk jaar
Paaskerk Baarn
Bijbelverhaal: de broodvermenigvuldiging
INLEIDING
Vandaag zijn we bij elkaar om de namen te noemen van geliefden die zijn overleden. Daar steken we kaarsen voor aan. En daarna wordt u uitgenodigd om ook een kaarsje aan te steken. We hebben allemaal te maken met verlies-ervaringen. Van een vader, een moeder, een kind, een vriend. Verlies van je dromen, je werk, je vitaliteit.
Ik las het boek van collega Christa Anbeek
Anbeek werkte tien jaar als geestelijk verzorger in een psychiatrische inrichting. Later werd ze hoogleraar theologie. Ze schreef boeken over zingeving, . Daarin put ze niet alleen uit de christelijke traditie, maar ook uit andere filosofische en spirituele bronnen.
Ze heeft een volwassen dochter, en twee kleinkinderen. In haar laatste boek ‘voor joseph en zijn broer’ schrijft ze over haar ervaringen met verdriet in haar familie. En hoe zij daar mee om ging. Ik gebruik het straks graag in mijn overweging
Preek
Vorige week was ik met mijn jongste zoon bij de uitvaart van een oude vriend. We zaten op de tweede rij.
We keken naar de kist, veel bloemen. En zagen de familie in rouw. En voor ons zat een moeder met een kind, dat met het gezichtje naar ons was gekeerd
Kijk pap ,zei mijn zoon, mooi he? En ja het was een bijzonder beeld: De kist op de achtergrond. Met alle herinneringen… en dan dat prachtige gezichtje van dat kindje op de voorgrond. Met grote ogen keek ze ons aan. We glimlachten.
Dat is het thema van deze overdenking. We hebben allemaal onze ontregelende ervaringen Christa Anbeek ook. Ze raakte haar moeder kwijt. Haar vader door zelfdoding. Ook de dood, van Joost Zwagerman – vriend van haar greep haar aan, Zij kwam zelf in een diepe crisis.”Ik liep huilend door de stad.”
Hoe kan ik weer meebewegen met de stroom vh leven? Dat is een lange weg. Daar schrijft ze veel over. En juist ín die crisis dient zich een uitweg aan. Niet in de vorm van een verlossende theorie, maar in de vorm van een kind: haar eerste kleinkind, de Joseph uit de titel van het boek. Na haar depressie, kan de hoogleraar een tijdlang weinig anders dan spelen, spelen met Joseph. Ze beschrijft dat uitgebreid. Haar kleinkind speelt met de dokterskoffer (‘wie is er ziek?’), gaat in bad en doet alsof hij een dolfijn is, schept een emmer vol met zand en keert die daarna heel serieus om op het gras, stapt in de speelgoedauto voor de winkel: “Aan de kant, oma! Anders rijd ik je omver!”
. Het kind bracht het leven terug. Dat lijkt een grote vanzelfsprekendheid. Maar als je van ver komt….en aan den lijve de kwetsbaarheid van het leven hebt gevoeld… dan niet. Dat is het een verrassing. Een ontdekking.
Spelen schept een alternatieve werkelijkheid, naast de alledaagse waar overleven centraal staat.
“Kijk naar kinderen. Ze wéten dat ze spelen. Ze zijn niet echt een prins of prinses. Maar je moet het spel niet verstoren. Dan ben je een spelbreker. Baby’s experimenteren al als ze 3 maanden oud zijn als ze een mobile bewegen door er met een handje tegenaan te slaan. Ze creëren een eigen werkelijkheid. Fantasie. Fictie. Ze leven er mee. Je kunt omgeven worden door kleine prinsessen in jurken en superhelden.
Dat is ook voor de theologie van belang, want ook religie kun je opvatten als een spel. Je droomt van een andere realiteit, die je via rituelen vormgeeft. Als de werkelijkheid niet is zoals je wilt, hoe zou je dan willen dat die is? Daar kun je over praten, binnen de kerk en ook daarbuiten, je hoeft niet per se eerst iets te geloven.” .”Het kleinkind als inspiratiebron, Het kind. Er zijn mensen die geen kinderen hebben of kleinkinderen.. maar dan zijn het de kinderen op straat, in de winkel…Dat is wat ons vandaag bindt:het spel schept een andere werkelijkheid. De rite. Het ritueel. Spel maakt het mogelijk om naast de feitelijke werkelijkheid een andere wereld te beleven. We doen dat vandaag met deze liturgie. De liederen, gebeden, de kaarsen…Zonder verbeelding kunnen we het vertrouwen verliezen. Het spelen van haar kleinzoon betrekt Anbeek weer bij het leven. Een lied, een gebed, een kaars kunnen d at ook. Dat weten we hier in de paaskerk maar al te goed.
En het schept verbanden, verbinding, een gemeenschap.
Wat Marleen en ik hopen vandaag.. en allen die betrokken zijn bij deze viering… is dat u, dat wij bemoedigt worden. Juist als je je leven niet in de hand hebt, kan een verbinding met anderen ontstaan. En Als je je kwetsbaar opstelt, word je vaak ook gevoeliger voor de kwetsbaarheid van anderen. Elkaar vertellen wat ons van ons stuk brengt, in welke afgrond wij tuimelen. Ook spreken over wat ons te midden van dit alles ten diepste raakt en van noodzakelijk belang werd. Al delend, sprekend of stamelend, soms met beelden of muziek, of juist in stilte worden nieuwe wegen zichtbaar.
Daarom lazen we vandaag het verhaal van de broodvermenigvuldiging. Een veld, 5000 mensen. Waar kunnen we brood kopen voor deze mensen, vraagt Jezus. Eén vd leerlingen zegt dat er te weinig geld voorhanden is voor deze massa. Maar zegt een andere leerling: er is hier wel een jongentje….met 5 broden,2 vissen… En Jezus zegt: laat iedereen gaan zitten. En allen krijgen te e ten… en er was voldoende, over.
Er is hier een jochie. Zoals dat kleine kindje op de schoot bij haar moeder.. Het kind van het spel. Het kind heeft geen uitgestippeld plan… het kind is van het uitproberen van mogelijkheden, leeft met andere werkelijkheden. Het kleinkind van Christa Aanbeek gaat haar voor. Hier is het ook een jochie dat ons de w eg wijst…de weg van het spel, van de liturgie… van het delen…van de kaarsen.
Dat is wat wij hier doen op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar.
We zitten met lege handen, als die massa op het groene veld. Ze zijn vol verwachting. ze komen om iets te delen, om Jezus te zien. Misschien krijgen ze iets terug.
Zou dat het verhaal voor vandaag kunnen zijn. Als je iets materieels deelt…een koek… dan krijg je een helft. Maar als je het licht van de kaars deelt en er andere kaarsen mee aansteekt, krijg je meer. Dan is de gehele kerk verlicht. Geestelijk delen geeft leven, geeft licht… Wijsheid kun j e delen, en liefde….en aandacht….en dan is er genoeg, dan blijft er over.
En gaan we misschien de weg van treurigheid naar verwondering. Voorbij al die ontregelende ervaringen. Ze zijn het beginpunt van kostbare ontdekkingen. Moge het zo zijn!