Overdenking
• Psalm 118 → een mooie Psalm, we hebben er een gedeelte uit gelezen • Huub Oosterhuis → heeft deze Psalm ook vertaald • zijn taal is duidelijk, beeldend en laat je op een heel directe wijze voelen waar het in deze Bijbeltekst om gaat • een stukje uit zijn vertaling:
Dank aan Hem, Hij is goed. Hij is vriend voor het leven. (…) Open uw deuren voor mij Ik die hard ben geslagen wil dank zeggen dat ik nog leef ik wil niet dood, ik zal leven.
De steen die geen metselaar kon gebruiken, werd hoeksteen. Zo is het geschied van godswege – begrijpen zal ik het nooit.
Dit is de dag die moest komen hoog tij, zonovergoten dag van bevrijding en opstaan dag van zingen en dank.
Dank aan Hem, Hij is goed. Hij is vriend voor het leven.
• prachtige vertaling vind ik dat • Oosterhuis spreekt zelf over zoekwoorden • met de woorden, in de woorden → zoek je naar de waarheid • de waarheid over God, over jezelf, over het leven
• het leven biedt ons veel onzekerheid: • onzekerheid over onze toekomst, • onzekerheid over het nu, • onzekerheid over het lijden in de wereld en het geestelijk en lichamelijk lijden in ons eigen leven, • onzekerheid over God, de Vader, die ons draagt en schraagt, maar die zich ook verborgen houdt • tijdens de pelgrimstocht van ons leven → moeten we zoeken naar de waarheid • kunnen we zoeken naar God
• ‘maar…’ → zeggen veel mensen →→ ‘ik zie God niet’ →→ 'ik krijg geen antwoorden op mijn vragen!’
2
• wanneer we accepteren dat God niet direct en rechtstreeks antwoordt op ons vragen, eisen, snauwen → dan zijn we goed af met Hem
• leven = accepteren • wanneer we accepteren dat er in het leven geen antwoorden zijn → dan kunnen we ons wellicht minder eisend, maar meer berustend opstellen
• acceptatie → dat is een belangrijk principe in ons bestaan • Jezus heeft het ons voorgedaan • hij was geen doetje → daar wisten de wisselaars en kooplieden in de tempel over mee te praten • neen → integendeel, geregeld was hij zelfs dwars en opstandig → maar hij accepteerde de dingen zijns Vaders • dat waren soms fijne dingen, maar bij tijd en wijle ook onoverkomelijke duistere wegen: • Ach, Vader, laat deze drinkbeker aan mij voorbijgaan… • Daar liet hij echter wel op volgen: • maar → niet mijn wil geschiede, maar Uw wil • dit is klassieke verhaal over acceptatie • accepteer daarbij ook dat er wellicht op onze vraag waarom → geen daarom volgt
• kunt u gemakkelijk accepteren wat het leven u brengt? • kunt u gemakkelijk accepteren wat het leven u wellicht aan ellende brengt? • kunt u, wanneer u door het leven slecht behandeld wordt, zoekwoorden spreken? • hoe hakkelend en stamelend ook • om God dichtbij te halen? • om Hem deelgenoot te maken van uw lijden? • haalt u God erbij → wanneer u ernstig ziek bent? • neemt u God in vertrouwen → wanneer u geplaagd wordt door depressiviteit? • betrekt u God in uw bestaan → wanneer u in uw leven in zwaar weer bent terecht gekomen?
• dat helpt wel! • dat is ook wat God wil • dat lezen we in de Bijbelverhalen • het volk dat in duisternis wandelt zal zien een groot licht • ook in de Egyptische slavernij weet Israël die God nabij • Hij laat Mozes ook weten → Mijn naam is JHWH = Ik zal bij je zijn
begrijpen zal ik het nooit, zegt Oosterhuis
3
• maar, laat hij erop volgen:
Dank aan Hem, Hij is goed. Hij is vriend voor het leven.
• bij Matteüs → treffen we een drietal parabels aan, waarvan we de middelste hebben gelezen: de gelijkenis van de onrechtvaardige pachters • Jezus probeert met die drie gelijkenissen → zijn joodse tegenstanders tot betere inzichten te brengen • onze gelijkenis → spreekt over de relatie van het joodse volk met zijn God • met de pachters → worden religieuze leiders van het volk, de hogepriesters en de farizeeën bedoeld
Toen de hogepriesters en de farizeeën zijn gelijkenissen hoorden, begrepen ze dat hij over hen sprak
• Jezus’ parabel → houdt een morele veroordeling in • maar er is meer → er schuilt ook de bedreiging in dat hij hun de bevoorrechte positie zal ontnemen
• wanneer hij het verhaal over de pachters verteld heeft → vraagt hij hun:
Wanneer nu de eigenaar van de wijngaard komt, wat moet hij dan met die wijnbouwers doen?’
• nog helemaal verontwaardigd en boos over de clou van de gelijkenis antwoorden onmiddellijk:
‘De onmensen! Laat hij ze op een mensonwaardige manier ombrengen en de wijngaard verpachten aan andere wijnbouwers, die de vruchten wel aan hem afdragen wanneer het daar de tijd voor is.’
• daarmee formuleren ze zelf de straf die ze verdienen voor hun manier van leidinggeven aan de joodse religie en religieuzen • het doet ons enigszins denken aan David die verontwaardigd reageert op de parabel die de profeet Nathan hem verteld, na de affaire met Bathseba
• Jezus daagt de gezaghebbers uit na te denken over hun autoriteit • maar in plaats van zelfreflectie en beschouwing → wilden ze hem arresteren • de eigenaar van de wijngaard verbeeldt God en diens omgang met zijn volk
4
• het is goed om als mens geregeld geconfronteerd te worden met de vraag → ben ik rechtvaardig? • ben ik een rechtvaardige of onrechtvaardige pachter?
• wanneer het gaat over bedenkelijk leiding geven over een wereldkerk → dan is het gemakkelijk te wijzen naar de RK-kerk, naar het Vaticaan • en dan bedoel ik natuurlijk niet de huidige paus, want, wat mij betreft → geen kwaad woord over deze bijzondere christen • maar → het al eeuwen uit de hand gelopen, overdadig rijke kerkbestuur te Rome met de luxe die zijn weerga niet kent, →→ dat gaat er bij ons, rechtgeaarde protestanten niet in
• maar die kant op wijzen → vind ik te gemakkelijk • laten we maar eens kijken naar ons eigen bestuur, van de PKN of van ons land → is dat rechtvaardig te noemen? • dat zou natuurlijk wel moeten → een rechtvaardig bestuur • we zien dagelijks in het nieuws → dat heel wat bestuurders → onrechtvaardige pachters blijken te zijn
• Maar het strekt verder → het gaat ook om het bestuur in het kleine • hoe geven wij leiding? • → op ons werk, in onze kerk, aan ons gezin • hoe geven we leiding aan ons eigen leven?
• zijn wij rechtvaardige pachters? • dragen we het deel van de opbrengst dat de eigenaar toekomt af? Of vermoorden we de zoon? • geven we de Eeuwige lof en dank? • de lof en dank die Hem toekomt? • zijn wij goede, rechtvaardige pachters van ons eigen leven?
• al is de eigenaar van de wijngaard ver weg → hij verdient de vruchten van zijn wijngaard • al lijkt God, de Eeuwige, ver bij ons vandaan → hij verdient onze lof en dank
• Oosterhuis spreekt dus over zoekwoorden • met de woorden, in de woorden → zoek je naar de waarheid • de waarheid over God, over jezelf, over het leven
• we willen God als Reisgenoot, als betrouwbare Metgezel in het leven, in ons leven • het is ook goed om anderen dat toe te wensen → Ga met God (Vaya con Dioz)
5
• met onze zoekwoorden kunnen we Hem trachten te vinden → in die woorden wordt Hij voor ons bereikbaar • zo hebben we een vriend voor altijd Dank aan Hem, Hij is goed. Hij is vriend voor het leven. (…) Amen