Preek 27 april :  Kaïn en abel

Paaskerk Baarn

Ds.Jos van Oord

 Niet gezien worden.  Is het ergste dat een mens kan overkomen.  De boosheid van Kaïn is herkenbaar. Hij wordt niet gezien. En wat kan er dan veel woede in je boven komen. Zo’n man die deze week in Toronto op voetgangers inreed…ik las dat hij de vrouwen wilde straffen die hem hadden afgewezen. Hij had ook geen vrienden. Hij werd niet gezien. Al zijn pogingen om iets van het leven te maken, ze lijken onzichtbaar, zonder waardering, zonder aandacht. Ik begrijp eigenlijk heel goed dat Kaïn woedend is, jaloers, kookt van teleurstelling. Niet gezien worden, het is zo pijnlijk, zo onnoemelijk teleurstellend. Maar dat je dan doodt, vermoordt?

 Zijn gezicht valt.  Staat er. In de treincoupe kan ik niemand aankijken of een gesprek beginnen omdat alle gezichten gevallen zijn, omlaag hangen, de iphone vraagt de aandacht. Communicatie ontbreekt.

Het is een noodkreet van mensen, van deze tijd. Waarom zie je me niet? Waarom hoor je me niet? God, waar ben je! Waarom laat je mij alleen, waarom weiger je contact met mij? Waarom verlaat je mij?

Voor je het weet sluit je jezelf nog verder af, kijk je naar de grond en zie je niets meer van wat er om je heen gebeurt. Je laat je niet meer zien, je ziet niemand meer, je sluit je op in je eigen boosheid en pijn.

Kaïn laat zijn aangezicht vallen. Het is koud van binnen, je voelt je opgesloten, je hebt een blinde haat, je pantsert je hart, een harnas dat de bevrijding bui­tensluit.Waar ben je? En even later: waar is je broer?

 Het verhaal heeft veel lagen. Je kunt het op vele wijzen duiden. Wat is hier loos? Kaïn en Abel, de een begint de grond te verbouwen ,de ander trekt rond als veehouder. Daar is niets mis mee. Ze kunnen er beiden van leven.  De rivaliteit komt aan het licht door een actie van God. Die kijkt aandachtig naar de jongste zoon én nodigt Kain uit dat ook te doen.  Laat kaïn naar abel omkijken! Laat hij, de grootgrondbezitter, van zichzelf afzien en omzien naar zijn broer. Die als veehouder rondzwerft buiten zijn grondgebied. Wellicht heeft hij hulp nodig.

 Ten diepste denk ik dat hier wordt gezinspeeld op de grondregel uit de Thora: Het is niet goed dat de mens alleen is. Maar Kaïn wil niet omzien en het gaat mis. Zijn broer wordt een concurrent die hij vr0eg of laat meent te te moeten uitschakelen. Zo doe je dat met een vijand, Waarom sla je je blik neer? Waarom ben je boos? Handel je goed, dan kan je iedereen in de ogen kijken Handel je slecht dan ligt de zonde op de loer. De moord is niet meer tegen te houden. Het gebeurd tot op vandaag, in deze wereld. Landen tegen landen, volken tegen volken. 4 mei is springlevend, spijtig genoeg.

 Er ligt nog iets diepers: De geboorte van Kain wordt ruim beschreven (conceptie,zwangerschap,bevalling). Maar over Abel één zin! En bovendien die naam! Hèvèl staat er: lucht.  Ijl als lucht verwaait in wind.Waardeloos.zinloos. Niets waard. Die mensen zijn er altijd. De joden en zigeuners in de 2 WO, de negers in Zuid-Afrika, de Indianen in het Amazonegebied. Oorlogen begingen zo: de ene bevolkingsgroep is waardeloos. Lees de verslagen van de wereldgeschiedenis. En hoor de daders: die mensen zijn waardeloos.

 

En wat opvalt, beiden hebben iets met God en geven een offer. En God kijkt naar dat van Abel en niet naar dat van Kain. En dat wekt woede op. Logisch. Maar het is wel fijn dat God naar Abel kijkt. Zijn geboorte wordt terloops genoemd, zijn naam heeft hij ook niet mee. God kijkt naar degenen die niets waard zijn. De prutsers. En dat zint Kain niet: waarom kijkt God naar zo’n prutser? Zo boos is hij dat zijn aangezicht valt. Hij laat zijn hoofd zakken. Zoekt geen communicatie. Kain heeft een broer, maar is zelf geen broer. En God dwingt Kain om zijn broer te accepteren als zijn broer, als iemand die de moeite waard is. En niet slecht lucht. Kain betekent: ik heb verworven. Kain staat voor de mens die een hek om zijn  land zet. Muren! Macht en macho. Hoe komt het toch dat er zo weinig leiders zijn die dienstbaar zijn,Zuid-Afrika:Zuma, Ramaphosa

Het zit in ieder mens. 

 Volgende zondag draaien we de film Hanna Arendt. De film speelt zich af in de vroege jaren 60. Hannah Arendt (Barbara Sukowa),  reist als verslaggever naar Jeruzalem. Daar wordt Eichmann in een ‘glazen kooi’ ondervraagd. Arendt is getuige. Opmerkelijk is dat de film de originele beelden van het proces uit 1961 toont. Want een acteur zou volgens de maker, Von Trotta nooit zo indrukwekkend zijn als de echte Eichmann.

De originele beelden bevestigen de wijze waarop Arendt oorlogsmisdadiger Eichmann karakteriseert. Arendt verwachtte een monster. In plaats daarvan ziet ze een oppervlakkige bureaucraat, wiens banaliteit haar verrast. Ze vraagt zich af hoe het kan dat een man die tijdens het middageten vol overgave luistert naar een concert van Mozart, even later achter zijn bureau gaat zitten en tekent voor het transport van duizenden Joden naar een concentratiekamp. In de rechtszaal verklaart Eichmann dat hij slechts bevelen opvolgde. Van dieperliggende haatmotieven lijkt geen sprake te zijn. Zo ontstaat bij Arendt de gedachte dat Eichmann niet zozeer gedreven werd door ideologie, maar simpelweg de taken uitvoerde die hij opgedragen kreeg. Eichmann handelde gedachteloos, en dát is de banaliteit van het kwaad.  Wellicht schuilt het in ieder mens

 En Abel staat voor een soort van nederigheid. van sterfelijkheid .Lucht. Ik ben slechts adem. Maar… het is Gods adem die ik adem. Dat is de strijd: de wil tot macht staat tegenover de wil tot leven.  Dat is de strijd in Syrië, Mali, Somalië, Pakistan… Maar God heiligt de wil tot macht niet. Daarom kijkt God naar het offer van Abel.

 Maar het loopt slecht af.  Dan nodigt Kain hem uit. Laten we naar het veld gaan. Nog twee keer komt dat zinnetje meer voor in de Bijbel. Beide keren als een uitnodiging tot grote intimiteit. In Hooglied! Laten we ‘s morgens heel vroeg naar de wijngaarden gaan om te kijken of er al bloesems aan de takken komen. Laten we gaan kijken hoe de bloesems opengaan en hoe de granaatappelbomen bloeien. Daar zal ik je mijn liefde geven. . Daar hoop je op bij Kain en Hevel. Maar het wordt anders. Een moord. En de stem vanuit de aarde schreeuwt om elke dode. De stem uit het hof van Eden, de wereld van Heden…een kreet, een kyrieeleison..God wat vloeit er veel bloed.  En dichterbij huis, in ons leven geen bloed, maar we doen er aan mee.  Wij zijn het ook zelf die doden (zei Sartre al), met woorden, oogopslag, gebaren. En dat past niet in een lusthof…kom laten we naar het veld gaan, om te genieten, te spelen, te dansen…intimiteit te beleven. Dat is waar het op aankomt.

Maar intussen lopen de Kains door het doolhof van het leven.Want ze zijn zwervers geworden, dolend. Zijn af en toe de weg kwijt.

  Maar het gesprek tussen God en Kain is indrukwekkend. Hij is vervreemdt van de aarde door zijn daad, hij is zijn broer kwijt, God ook en toch heeft hij een intens intiem contact met diezelfde God. God proeft het ongeluk van deze mens en geeft dat naam. Kain straalt de tragiek van het leven uit, wat wij allemaal kennen.Dolend, vragend, schuldig,en toch krijg die Kain een  ‘lintje’mee. Nee beter:een teken dat een verbinding in stand houdt. Hij mag zich gedragen weten. Een nieuwe kans.

Ongelofelijk mooi, God kiest voor Abel,de mens die zich waardeloos vindt, maar ook voor Kain, de tragische mens. God kiest eerst partij voor het slechtoffer. Hij geeft stem aan wie het zwijgen is opgelegd en daardoor wordt de dader openlijk aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. Kain wordt zich bewust van zijn misdaad. Hij moet in een ondraaglijke eenzaamheid terecht zijn gekomen… Maar daarnaast kiest God ook voor de misdadiger.. Hij zet hem niet buiten de geschiedenis. God kiest voor de misdadiger en tegen zijn potentiële wrekers… het is een waarschuwing aan hen die de weg gaan van de bloedwraak.Van de wraak zoals die jongen in Toronto die vol met wraak zat.   Dat is wat ik lees in dit verhaal: zie elkaar aan ,want in elkaars ogen zie je het licht van Gods genade. Vertel wie je bent en wie je zou willen zijn .

 Nog een ding. Toen Jezus begon met zijn optreden trad Johannes terug. Ik beschouw hen als twee broers, zielsverwanten. Treffend vind ik wat Johannes over Jezus zegt: . Hier is geen strijd: hier buigt de oudere voor de jongere en zegt: die na mijn komt is sterker dan ik… hij moet groeien…ik moet minder worden…dat is ware menselijkheid.