Gelezen psalm 139 vrij Huub Oosterhuis
Meditatie op Aswoensdag, 14 februari 2018
door ds Marleen Kool
Roodbaaien hemd’ van Jopie Huisman
Gelezen psalm 139 vrij Huub Oosterhuis
Meditatie op Aswoensdag, 14 februari 2018
door ds Marleen Kool
Roodbaaien hemd’ van Jopie Huisman
Niet zonder kleerscheuren
Vanavond is zo’n moment om meer dan anders erbij stilte te staan, met verwondering te kijken dat we leven, dat we bestaan. Met dankbaarheid ook.
Aswoensdag is een moment om misschien meer dan anders ook stil te staan bij onze kwetsbaarheid. En vanavond willen we dat doen door samen te kijken naar het beeld in de liturgie, het is van Jopie Huisman.
Die Friese schilder die zo bewogen was met het leven van mensen en dan vooral van wie weinig middelen van bestaan hadden.
Wie in alle eenvoud, hard werkend, hun bestaan opbouwden, vol zorgen of er wel genoeg brood op de plank zou zijn om alle monden te voeden... Hen schilderde hij: hun hemden, hun afgetrapte werkschoenen, al het vergane en vergankelijke van een mensenleven, en dat zo levensecht....
Zijn schilderijen zijn als kleine monumentjes:
Hij richtte ze op om hun leven recht te doen, opdat het niet zou worden vergeten...
Het is gezien en met mededogen geregistreerd.
Al zijn werk hangt al jaren in het Museum van het Mededogen in Workum.
Dit hier is een boezeroen, een hemd, dat te drogen hangt aan de waslijn.
Als je er een poosje naar kijkt, zul je er steeds meer in gaan zien.
Het hemd hangt te drogen aan een gespannen waslijntje.
Het zal zwaar zijn, het hangt niet met 1 paar maar met twee paar knijpers vast.
Er zitten scheuren in, naden. Een paar losse draadjes.
Het is hersteld, niet een keer, maar meerdere keren....
Er lijkt een heel nieuw stuk te zijn aangezet, het onderste gedeelte van het kleed is helder rood.
‘Toon mij je gewaad en ik zal zeggen wie je bent....’
Wat wij dragen kan iets weerspiegelen van onze binnenkamer.
Kleding vertelt iets van wie je bent. Wie je bent geworden.
Je zou kunnen zeggen, dat deze boezeroen, dit hemd, een soort metafoor is:
hier hangt een levenskleed.
Er zo naar kijkend zou ik het kleed wel wat willen vragen. En als het ons lukt om voor even in de huid te kruipen van dit hemd, dan worden het vragen aan onszelf.
Het zijn deze vragen die dan opkomen:
‘Wie heeft jou gedragen?
Aan wie heb jij warmte gegeven en bescherming?
En: ‘aan wie nog meer?’ Want, zo stel ik mij voor, dit kleed is vast van de een naar de ander in het gezin gegaan. Misschien zelfs wel overgedragen, doorgegeven, van de ene aan de volgende generatie.
‘Waar komen die scheuren vandaan?’, en ook: ‘wie heeft ze gezien en wie nam de moeite om de scheuren te herstellen? Wie kon dat en nam daar de tijd voor.
Kijkend naar dit hemd, dan kun je afvragen: In welk leven zijn er nou geen rafelige randen en scheuren te zien? Niemand komt er zonder kleerscheuren door heen. We zijn kwetsbaar tot op het bot.
Kwetsbaar in ons lichaam, in onze relaties met anderen. In onze liefde.
Kwetsbaar in onze dromen en idealen, in wat we hopen en geloven.
In hoe we samenleven, verantwoordelijkheid dragen, met elkaar communiceren en delen.
We lopen schrammen op en bulten, krassen en kreukels, of we het nu willen of niet. Hoe leven we daarmee?
Kunnen we daar mee leven, dat is echt een vraag voor onze tijd.
Kunnen we het dragen, verdragen, dat we butsen op lopen, dat je daar niet aan ontkomt, als je leeft, aan rafels en losse eindjes?
Hoe doen we dat in deze tijd, die perfectie vraagt, jongheid en stijgend lijnen van succes.
Hoe groot is het verlangen om te mogen zijn wie we zijn, te delen wat wij met ons meedragen...
‘Er is een tijd om te scheuren er is een tijd om te helen....’ klinkt het vol mededogen uit de mond van ‘Prediker’. En zo is het ook.
We dragen rouw: om de dood van geliefden uit ons midden.
We dragen rouw om wie we aan het leven verliezen: dierbare vriendschappen die overgaan, de vertrouwdheid met je ouders, met je kinderen die je verliest, scheiding en scheuring tussen geliefden...
Er scheurt bij verdriet, bij tegenslagen en kwetsuren iets in de mens
En dat zie ik ook terug in die scheuren in dit kleed.
Maar, als waarheid gepaard gaat met liefde,
Als waarheid en liefde hand in hand gaan,
Dan bouwen wij vertrouwen op, vertrouwen dat wij het dragen kunnen ons eigen levenskleed,
In ieders leven zitten scheuren, dingen die niet mooi zijn, pijn doen,
Rafels en randen, losse eindjes.
We hoeven ze niet te verstoppen. We hoeven ze niet te verbergen.
Juist vandaag, met aswoensdag, willen we daarnaar kijken, oog in oog met onze kwetsbaarheid, in ons leven met elkaar. Niet zomaar, maar voor het aangezicht van God.
En al door ernaar te kijken, kan er iets worden geheeld...
In deze liefdevolle omarming mogen wij leven:
‘Gij peilt mijn hart, Gij doorgrondt mij.
Gij kent mij....’ lazen we in de prachtige woorden van psalm 139.
Stilte
Afsluitend verhaal:
Een jongeman komt na de voorgeschreven rouwperiode van een week bij een rabbi. Zijn gewaad is gescheurd. Hij vraagt: ‘Kan ik dit gewaad, ik heb geen ander, weer dicht naaien en dan weer gebruiken?
De rabbi antwoordde hem: ‘Ja dat mag, maar bedenk wel, als je het kleed repareert en probeert te herstellen, dat je dan de scheuren en rafels niet onzichtbaar mag maken want het zou lijken alsof het nooit was gebeurd”.
Na een week komt de jonge man terug, met zijn kleed, gerepareerd.
Hij vraagt aan de rabbi: ‘ Kan ik dit kleed aan iemand anders overdoen, ruilen of verkopen?’ De rabbi antwoordt hem: ‘Nee, dat kan niet. Het scheuren en repareren van ons leven is aan ons en van ons en anderen kunnen het niet dragen.’
Zingen: ‘Zo vriendelijk en veilig als het licht, zoals een mantel om mij heen geslagen, zo is mijn God, ik zoek zijn aangezicht...’ Gelezen psalm 139 vrij Huub Oosterhuis