“Geloof is een lofzang die door vragen en twijfel heen gaat”
Preek nav Joh 20:1-18
Paaskerk Baarn, Paasochtend 1 april 2018
ds Marleen Kool
Het was nog donker.... zegt Johannes als hij zijn verhaal over Jezus’s opstanding begint te vertellen. Het is niet alleen het donker van de ochtendschemering, maar meer nog het donker van de radeloosheid. Van verlamming. Het donker van de dood –het versteend achter blijven... niet weten hoe je verder moet. In dat donker gaat een vrouw op weg. Maria van Magdala.
Uit haar waren ooit zeven boze geesten verdreven, u kent het verhaal misschien wel. Ze werd volledig beheerst door krachten die haar van zichzelf vervreemdden.
Angst kan zo’n kracht zijn, die met je op de loop gaat. Drift en woede. Diep verdriet. Intense moeheid...Je wilt het niet, maar het neemt je mee. Het beheerst je. Alles wordt overschaduwd. Je raakt jezelf er in kwijt en je ziet de ander die naast je is niet meer.
Wat over Maria wordt verteld, kan ieder mens, ook u en mij overkomen.
Maria, zij was door Jezus gezien en aan zichzelf teruggegeven. Bevrijdt.
Sinds dat moment blijft zij bij hem, tot het allerlaatst. De ontmoeting met Jezus had haar veranderd. Diep vanbinnen was er iets veranderd zoals dat kan gaan soms in een ontmoeting die je hebt. Maria waren altijd verhalen verteld over God en de geschiedenis van zijn volk verteld. Ze kende ze wel maar vaak dacht zij: wat zoeken mensen toch voor houvast in hun geloof? Maar er was iets gaan kantelen....
- in contact met hem -begonnen die verhalen echt te leven. Voor het eerst werd iets in haar aangeraakt. Die verhalen van het hoofd...werden ervaringen van haar hart...
Het was, als ze bij Jezus was, alsof ze God hoorde zeggen: ‘Hier ben ik’.
Dit is de mens zoals hij bedoeld om te zijn. Geschapen naar mijn beeld en gelijkenis. Het was nog sterker: met hem, werd het voor haarzelf ook helder, wat haar eigen bestemming was...’Wat het doel was, de zin van haar leven.... ‘Hier ben ik’ te zeggen beelddrager te worden op haar manier ....en zo ook de ander die naast haar was te zien...als beelddrager.
Je kunt je dan ook wel voorstellen hoe ingrijpend het voor haar was, dat dit grootse gebaar van God, zo ruw werd afgebroken. Dat deze aanwezigheid er nu ineens niet meer was bracht alles in haar uit evenwicht. Ze had niet alleen iemand verloren die haar heel dierbaar was, maar ook haar vertrouwen en vreugde in het leven, haar geloofsvertrouwen wankelde ook. ‘Is God er wel?’ Als er voor Jezus geen andere plaats was op aarde dan een graf, valt er dan wel op hem te bouwen?
Waar is hij? Roept ze vertwijfeld als ze bij het graf is gekomen en ziet dat het leeg is. ‘Ze hebben mijn Heer meegenomen en nu weet ik niet waar hij gebleven is’. Waar is hij?
‘Het kan niet zo zijn....dat God onvindbaar is in onze wereld.’ Zei een van onze doopouders vorige week....maar waar is hij? Die uitspraak die raakte me, zo vol vertrouwen aan de ene kant, en aan de andere kant ook het kwetsbare van dat we iets van God ervaren is ook zo onvanzelfsprekend...het ligt niet maar zo voor het oppakken. De uitspraak raakt aan Maria’s wanhopige uitroep: Waar is hij?
Ik moet denken aan Goede Vrijdag. Een intense dienst is het altijd....als we in alle eenvoud, maar met volle aandacht stil staan bij Jezus’ laatste dagen, zijn weg naar het kruis.
Het raakt me, omdat we ons daar van alles bij kunnen voorstellen bij dat kruis.
Zijn gepijnigde lichaam. Je hoeft maar om je heen te kijken of een krant open te slaan en je ziet hoe dat gaat; dat mensen in hun ziel, of in hun lichaam worden geschonden....gepijnigd.
Weggejaagd, omdat zij niet de juiste religieuze, of niet de juiste seksuele oriëntatie hebben. Omdat zij niet het juiste paspoort hebben....of omdat zij nu eenmaal weerloos staan tegen de machten van wie kwaad willen. Kinderen, vrouwen en mannen zonder veilige haven.
Bij dat kruis ja dat mensen lijden, daar kunnen we ons van alles bij voorstellen.
En soms staat dat kruis midden in je eigen leven.
Nadat we lijdensverhaal van Jezus hebben gelezen, het licht van de Paaskaars is gedoofd, dan komt het moment dat ieder een kaarsje mag aansteken hier voor in de kerk. Bij het ‘kruis van Jezus’ leggen we het dan neer: de pijn en moeiten die we zelf meedragen...zorgen die er zijn om een ander die je lief is.
De een schuifelt gebogen met een stok in de hand naar voren, een ander wat meer rechtop een derde ondersteunt wie nog maar weinig kan zien....
Als ik op Maria’s vraag een antwoord zou mogen geven, dan zou ik zeggen:
in die momenten, daar, hier....:
in het delen van het leven zoals het is.
Daar, waar dat aan het licht mag komen, wat droevig maakt en breekbaar. Waar mensen worden geholpen om op te staan...te delen,
In het vertrouwen, dat niemand daar onzorgvuldig mee om zal gaan....
Daar is diezelfde geest van Liefde die Jezus uitstraalde....
die Geest van God die zegt: ik zal er zijn..... Hier ben ik.
Weet u wat Maria doet als ze die vraag heeft gesteld?
ze buigt zich naar het graf....en stelt nogmaals die vraag: weet U waar ze hem hebben neergelegd?
Dan ze draait zich om, en voor de derde keer, vraagt ze het....
Dan wordt ze bij haar naam geroepen
Het is dat moment, dat zij gaat hem gaat zien....haar meester.... hem....ze aanschouwt hem staat er in het grieks... en dat woord gebruikt de evangelist vaker in dit verhaal. U voelt wel aan, dat gaat meer is dan kijken.
Het Griekse woord dat er staat betekent letterlijk: toeschouwer zijn bij een godsdienste plechtigheid...erin betrokken worden, meegenomen worden...
Door de dingen heen, licht van God zien komen en erdoor worden geraakt.
Maria wordt geraakt...’Ik heb de Heer gezien....’ zegt ze....
En opnieuw kantelt er iets in haar....Ze leeft op... in vertrouwen, in geloof....en wat haar overkomt, kan ieder van ons overkomen....
Houdt me niet vast zegt Jezus tegen haar....
‘Geloof’ schreef Welmoed Vlieger in haar column deze week in trouw is geen eenvoudig houvast: geen veilig bezit. Je zou het wel willen koesteren....die momenten maar dat kan niet. Geloof is een lofzang, maar wel een lofzang die door het vuur van de twijfel, door het donker is heengegaan....en steeds weer zal gaan.
In Maria wordt dat zichtbaar....die lofzang, die wordt haar op de lippen gelegd. Zij had dat moment met Jezus ook wel willen vasthouden. Laat me maar los...zegt Jezus en ze doet het...ze waagt het er op....ze gaat.
Je kunt je er niet krampachtig aan vasthouden.... al zou je dat willen.
Zoals Maria hem zocht, zoeken wij en zullen wij blijven zoeken en juist dat schept ruimte aan onze persoonlijke ervaringen.
Waar bent U? Een vraag die, hoop ik, altijd met ons mee zal blijven gaan....
Waar bent U? Bent U in de stem die ons bij onze naam roept?
Bent u in de tranen van wie zich verloren voelen in hun verdriet,
in hun rouw, hun ziek zijn, hun zorgen?
Bent u in wie opstaan tegen onrecht.
Bent U in wie waken bij wie opgesloten zitten?
Bent U bij wie de wacht houden, bij de eenzaamheid van de ander?
Bent u in de wind, die ons nu eens meezit en dan weer tegen?
Bent u de lucht in onze longen, de diepe ademhaling die ons hart tot rust brengt? Bent u in de troost van wie luistert met aandacht?
Bent U in de woorden waarmee wij elkaar proberen te bereiken?
Bent u in de verbondenheid die zomaar kan ontstaan als wij samen komen onder dit dak? Bent U in ons leven, in onze liefde die gewekt wordt?
Bent U in ons roepen om ontferming....Bent U in onze lofzang, in het lied dat ons draagt? Bent U in de stilte, in ons zoeken naar woorden voor wat onzegbaar is? U bent een geheim. Wij begrijpen U niet, U grijpt ons aan....
Lieve mensen, het is dit wat ik deze Paasochtend, op deze eerste dag van de week, van Maria van Magdala en de andere leerlingen ons laten zien.... Door vragen heen...kan ons een lofzang op de lippen worden gelegd....
dat het ons lukken mag, die lofzang gaande te houden!