“Leven met God als een graankorrel die sterft” 

Preek nav Jer 31:31-34 en Joh 12: 20-26

Paaskerk Baarn, 18maart 2018  vijfde van de veertigdagentijd      

ds Marleen Kool-Mout

 

Inleiding op de dienst De lezingen van de zondagen in de Veertigdagentijd staan stil bij het verbond tussen God en mensen.

We lezen uit Jeremia....nav die lezing las ik een prachtig verhaal.

 

Toen God klaar was met scheppen, sloot hij een verbond met mensen. Daarna zocht hij een plek waar hij de tekst van dit verbond zou kunnen bewaren.

Hij liet ze op kleitabletten schrijven.

De mensen maakten een mooi kistje om ze erin te bewaren. Ze gingen overal mee naar toe. Ze bleven heel. Maar op een gegeven moment deed niemand meer dan kistje open

God zei: het was toch niet zo goed idee om ze daar te bewaren. Hij vroeg zijn engelen om raad...

Op de hoogste berg misschien? nee zei God, dan zullen de mensen ze wel zien maar er niet mee leven...

In het belangrijkste gebouw zei een andere engel?

Nee....zei God, mensen zullen ze wel met eerbied naar kijken, maar vergeten ermee te leven.

Ik schrijf mijn verbond in hun hart. In het hart van kinderen van grote mensen....mijn verbond van liefde. Daar kunnen ze kloppen. Dan zullen zij leven. 

 

Leven met God is niet leven volgens letters op papier of steen...

maar een wijze van leven die vanuit het hart bepaald wordt en niet van buitenaf.

Jezus is zo iemand, getuigt Johannes in zijn evangelie,

die leeft vanuit die verbinding, vanuit dat wat God in zijn hart is gelegd.

Hij reikt ons met het beeld van de graankorrel die moet sterven, een diepe levensles aan. 

We lezen ervan uit het Evangelie van Johannes.

We zingen het lied: Over de eerbied

Gij moet het eenzaam laten,

het zaad dat ligt te slapen

en dat al kiem gaat maken

 

Dit eerstelingsbewegen

van leven binnen leven,

vermijd het te genaken.

 

Laat het stil in zijn waarde laat het stil in zijn waarde

Zaad in de donkere aarde, zaad in de donkere aarde

En het zal groen ontwaken, en het zal groen ontwaken

 

Leven met God als een graankorrel die sterft

  1. Dit gedicht van Ida Gerhardt, behoort tot een van mijn meest dierbare liederen.

Ik zong het voor het eerst met de zanggroep van de Keizersgrachtkerk in Adam, waar ik in zat. 

Het was in de periode dat we onze eerste dienst mochten gaan leiden.

Die preek, wat zag ik daar tegenop.

Toen er eenmaal een datum was, wist ik niet hoe snel ik me de bijbellezing van die zondag moest storten.

Ik las...en de paniek sloeg toe, toen ik niet meteen een idee had,

waar het over zou moeten gaan, in mijn allereerste preek.

Als het maar goed kwam...spookte het al lezend door mijn hoofd.

Wat stond er? Ik scande de tekst. Bleef ik wel ergens haken? En als mij dan niet meteen gebeurde...hoe zou dat dan zijn voor de mensen in de kerk?

Ik zat er bovenop. Op die tekst.

Vruchtbaar was dat niet. 

Ik dacht alleen maar aan het eindresultaat, die preek, die er moest komen.

Hoe welkom was toen dit lied.

Ik herkende het meteen.

 

De beweging, van ruimte laten....om iets te laten groeien, de ontspanning die het lied vraagt...

Wat wilde ik me daar graag door laten leiden...maar wat vond en vind ik vaak nog, spannend.

In plaats van de woorden die ik las, tot mij te laten spreken,

ruimte te geven in mijn hart....zat ik in mijn hoofd en zette mijzelf vast. 

 

Dat wat geboren wil worden, moet eenzaam gelaten worden dicht Ida Gerhardt.

Het heeft tijd, rust nodig....je moet er niet bovenop gaan zitten,

maar het....kans geven om te ontkiemen.

 

Of het nu een verhaal is of een lied, een proces, het begin van een nieuwe fase,  van begeleiding

een homp klei in de handen van de beeldhouwer

of een leeg doek op het schildersezel van de kunstenaar...

‘Gij moet het eenzaam laten....

Het zaad dat ligt te slapen en dat al kiem gaat maken.

Dit eerstelings bewegen, van leven binnen leven, vermijd het te genaken.

 

Kom er niet aan, geef het de ruimte om te bewegen om er te zijn.

Laat het stil in zijn waarde. Zaad in de donkere aarde...

 

Wat zich in de diepte afspeelt, peuter je niet naar boven.

Je zou het onbedoeld schade aanrichten.

Het moet zijn eigen weg naar buiten kunnen vinden,

dat vraagt geduld.

Gelegenheid om te groeien...om zich te geven...

Het is uit handen geven...laten gaan. Vertrouwen dat het groeien zal....

 

De beloning zal groots zijn: ‘het zal groen ontwaken’

Een Paaservaring is het.

Leven dat gewekt wordt....

 

  1. Dit prachtige gedicht, raakt aan het woord, het beeld van Jezus over de graankorrel.

 

Als de graankorrel niet valt in de aarde en sterft dan blijft hij alleen achter

Maar als hij sterft draagt hij overvloedig vrucht....

En hij legt meteen uit wat hij met dat beeld bedoelt

Wie zijn leven liefheeft, maakt dat het verloren gaat, maar wie zijn leven haat in deze wereld, zal het bewaren ten eeuwigen leven....

 

Jezus spreekt deze woorden op weg naar zijn einde.

Maar hij heeft het niet alleen over zijn dood.

Als je goed leest, merk je dat hij over het leven spreekt. Over ons leven. Hij geeft een levensles. Jij, u, ik wij zijn als een graankorrel.

 

Ik zie het beeld voor me,

Een klein graankorreltje dat niet in de aarde valt, schijnbaar ongedeerd en ongenaakbaar, maar uiteindelijk sterft het

tegenover een graankorrel die in de aarde is gevallen.

Daar in de vochtige, donkere aarde, breekt de schil rond de korrel, en ontkiemt er in het verborgene nieuw leven....

Zoals ook wij soms geen keus hebben en delen van het leven moeten loslaten. Leven is leven afscheid nemen. Uit handen geven.

Bij tijden, groeipijn hebben. Rouw. Ook wij worden afgepeld....Er breken dingen in je leven af, en je hoopt te kunnen terugveren op nieuwe kracht. Net als die graankorrel die door de donkere aarde heen, uiteindelijk een weg naar licht vindt en opnieuw vrucht kan dragen en bloeien.

 

Of je nu een dierbare verliest, je baan of je kinderen ziet groeien, het besef van eindigheid kan op allerlei manieren je leven binnekomen.

Steeds worden we even stil gezet. Krijgen we een spiegel voor, om je eigen situatie helder te krijgen...dat ons leven begrensd is. Dat we voorbijgaan. Sterven.Alles wijkt, niets blijft.

 

Als we geconfronteerd worden met eindigheid leven we vaak liever verder alsof er niets aan de hand is... Maar als je op die manier leeft, dan houdt je het leven krampachtig vast. Je valt net als die graankorrel op de aarde in plaats van erin.

 

Alles van waarde is weerloos. (Wim Hazeu citaat Lucebert) Maar zei hij, om dat weerloze kun je heen staan. Het raakte me. Zo is het...je kunt er samen liefdevol om heen staan. Samen met anderen. Even weerloos als jijzelf. Je kunt samen om het weerloze heen staan.

We kunnen elkaar helpen om daar wat vertrouwder mee te worden.

Dat zie ik Jezus hier ook doen.

Hij troost,  geeft vertrouwen: dat we ons in onze eindigheid getroost mogen weten en er niet voor hoeven weglopen, voor de tragiek in ons leven.

Het geeft ruimte, er kan misschien iets van nieuw leven vrijkomen, als je afscheid kunt nemen van wat geweest is, de diepte van je verdriet mag voelen, de bodem raken als het niet anders kan....

Leven behouden door het te verliezen...

Wij proberen zo hartstochtelijk alles wat goed is vast te houden...

 

Wie alles in zijn leven liefheeft – en wie niet? – wordt vaak bezorgd. Bang om zichzelf te verliezen. Bang de ander kwijt te raken. Laagje voor laagje worden we afgepeld.

Maar zo proef ik in Jezus woorden: zo hoef je niet te leven. Je hoeft niet bang te zijn je leven, jezelf te verliezen....Waarom niet? Omdat jij vastgehouden wordt, gevonden bent, gezien en geliefd...

 

Ik hoorde het verhaal van een man. Hij was zijn baan kwijt, hij durfde het niet aan zijn kinderen te vertellen. Ook niet aan zijn vrouw. Iedere dag ging hij als altijd met zijn koffertje en nette pak de deur uit. Hij voelde een grote verantwoordelijkheid. Zijn zorgen werden groter, zijn last te zwaar. Hij wilde zijn gezin beschermen, zijn kinderen moesten onbezorgd op kunnen groeien... hij had in zijn ogen gefaald...probeerde krampachtig vast te houden aan een bestaan dat niet meer was en nooit meer hetzelfde zou worden.

Wat zou er gebeurd zijn als hij thuis had verteld dat hij zijn baan was kwijtgeraakt?  Dan moest hij zijn familie deelgenoot maken van wat hij zag als zijn falen. 

Een ook de onzekerheid van het werkloos zijn aanvaarden. Niet weten wat er komen zou....de angst om afgeschreven te worden, niet meer mee tellen in de maatschappij.

Hij hield koste wat het kost vast aan zijn oude leven.

 

Het gaat om die grondhouding. Dat je niet koste wat het kost sterk hoeft te zijn, niet je onzekerheid, je angst of falen hoeft te verbergen achter een masker van succes.

Zodra je leert je facade van ‘ik heb het goed voor elkaar’ ik red me wel, af kan werpen, kun je je leven behouden, door het te verliezen.... Het maakt je onnodig eenzaam, als je altijd iets op moet houden, als je je kwetsbare kant verborgen moet houden, in je eentje een zware last moet dragen. Voor wie ‘moet’ je dat?

We lezen dit verhaal in deze tijd, op weg naar Pasen. En het is juist dat wat me zo raakt in het lijdensverhaal van Jezus die voordat hij stief, het brood brak en het als zijn leven deelde met zijn naasten. Die zelf als graankorrel in de grond zou sterven....om vruchtbaar te worden.

Jezus laat hiermee zien: ons leven vraagt erom te worden doorleefd...

door het te doorleven, zal je je leven niet verliezen maar een eeuwig leven ontdekken.

Ik versta dat als een leven dat zich volkomen doordrongen weet van de Eeuwige.

Vertrouwen dat je gedragen wordt door God, Die stem die ons aanspreekt: ik ga met jou mee, Ik leg mijn hand op jou, omgeef je van voren en van achteren....(beeldwoorden zijn het van de dichter van Psalm 139)

 

Als je eeuwig leven zo begrijpt, dan begint dat niet pas na de dood, in het graf,

maar dan is het nu al begonnen.

Het mooie is, dat het juist dat verbond is, die liefdevolle woorden, in ons binnenste zijn gelegd. Ik zal mijn wet, die woorden van liefde in hun hart schrijven, lazen we bij Jeremia.

Dichterbij kan het niet komen.

Die woorden vragen om erkenning. Daar ligt onze waardigheid.  Niet in wat we van onszelf maken...maar in wat God in ons heeft gelegd.

‘Laat het stil in zijn waarde... zaad in de donkere aarde....en het zal groen ontwaken’ .

 

dat het zo mag zijn.