9 april Palmpasen Heden Hosanna morgen kruisigt hem. Over vriendschap en verraad, schuld en schaamte
Wie kent dat niet.... dat je iets doet, of juist nalaat, waar je later enorm spijt van had?
Waar je je schuldig over voelt, en als je heel eerlijk bent zelfs een beetje voor schaamt?
Een vriendschap die je verwaarloosde;
Een veel te hard oordeel over wat je zoon of dochter deed,
een ruzie met je ouders en je kwam er niet meer op terug ...
Je sprak niet al te goed over een ander, om er zelf wat beter uit te komen.
Ieder kent wel voorbeelden uit zijn/ haar leven van spijt, van schuldig voelen/ zijn, van berouw, van besef dat je iets niet zo had moeten doen, zoals je het gedaan hebt.
Het past om daar op deze zondag bij stil te staan.
Bij onze licht en schaduwkanten, onze vriendschappen en ons verraad...
want Palmzondag dat is nu net zo’n zondag met twee gezichten:
Heden Hosanna, morgen kruisigt hem.
Een vrolijke intocht...en het begin van het lijdensverhaal.
Door de ogen van Petrus kijken we ernaar want ook hij geeft op zijn manier aan dat Heden hosanna, morgen kruisigt hem’ gestalte.
Het ene moment hoor je hem hartstochtelijk roepen, dat hij Jezus trouw zal blijven, wat er ook gebeurt. En het volgende moment hoor je hem zeggen, wanneer er naar zijn band met Jezus gevraagd wordt, dat hij hem niet eens ként.
Overigens...U moet vandaag echt nog de nieuwe Paaspartout lezen, met die prachtige verhalen van gemeenteleden bij iedere hoofdrolspeler in het verhaal...alsof je oog in oog met ze staat met Maria, Judas, Pilatus, Jezus, Herodes en ook Petrus... ze spreken aan...
Maar vandaag dus, door de ogen van Petrus.
Ik vind het bijzonder dat moet me van het hart, dat onze evangelist, Mattheus, Petrus zo voor ons heeft neergezet. U moet weten, Mattheus heeft zich net aangesloten bij die nieuwe beweging van christenen. Hij is daar zo door getroffen, dat hij wil schrijven met wie dat allemaal begonnen is. Hoe dat begin is gegaan. Als hij dan vertelt over één van de voormannnen van die beweging, Petrus, dan zou je verwachten dat hij een held van hem maakt.... een geloofsheld van het eerste uur...maar dat doet hij niet. Hij maakt van hem een bewogen mens, net zo wankelmoedig en dubbel van hart als je dat zelf ook kunt zijn. Wat kun je daar teleurgesteld of onzeker van worden...van je eigen missers...je kwaadspreken of slecht denken over een ander, tekortkomingen die ieder in meer of mindere mate heeft. Maar wat is het dan troostend, dat je je daarmee in uitermate goed gezelschap begeeft, dat van Petrus. De eerste van Jezus volgelingen. De ‘rots’ op wie Jezus zijn ekklesia, zijn gemeenschap van mensen onderweg, wil bouwen. Dat juist zo’n mens als Petrus, die ons zo vertrouwd is met zijn twee gezichten, daarin zo’n belangrijke plaats inneemt, ademt een geest van liefde voor de feilbare mens, een geest van ontferming.
Dat besef gaf ons in de voorbereidingsgroep ruimte om er wat over te delen. Over momenten in ons eigen leven waar we schuld dragen, spijt van hebben. Of waar we gekwetst werden...
Hoe dat spelen kan in werk, dat je niet altijd de juiste keuze maakt of handeling verricht die een ander goed doen. Hoe dat bij tijden spelen kan in gezinnen, in de communicatie met je ouders, toen je zelf puber was. Meer dan je lief is, lag je met elkaar in de clinch en achteraf betreur je hoe het gelopen is. Het gebeurt in vriendschappen, in relaties. Iemand vertelde van de butsen die zij opliep in een relatie, waar de ander niet trouw was. Die dat ontkende maar wat toch waar was...hoe dat vreet aan je vertrouwen... en hoe dat je tekent. Wat dat vraagt om weer op te bouwen ook in elke andere relatie die je later krijgt. Vertrouwen opbouwen als op een of andere manier, verraad in het geding is. Dat vraagt wat.
Je moet dan, zei een ander dicht bij het vuur blijven. Niet weglopen voor wat moeilijk is en pijn doet. ‘Mijn scheiding voelde als verraad’ zei ze. ‘Ik liet hen in de steek. Mn kinderen, mn man. Dat was niet zomaar, in het donker van een postnatale depressie, ging het niet langer. En hij, hij kon er niet voor haar zijn.... zoals zij dat nodig had.
Ik moest van mezelf mijn ex-man’ ‘op een gegeven moment om vergeving vragen. Vergeving om alles wat ik hem en ons gezin had aangedaan door weg te gaan. Joh, zei hij, dat heb ik al lang gedaan, jouw vergeven...’ Hoe dat zo kon? Omdat ze het ondanks alles opbracht er bij te blijven. Woorden te zoeken voor de pijn die ieder had, De weg van de meeste weerstand, te gaan al had je dat toen veel liever niet gedaan. Uiteindelijk kun je dan later zeggen: door alle barsten en breuken, kon er een mooiere versie van jezelf in relatie tot de kinderen, en ook hun vader tevoorschijn komen...Juist door kwetsbaar te zijn...geef je vertrouwen en ontvang je dat ook.
Dat is ook wat ik herken in het verhaal van Petrus. Er kwam een barst in zijn levensverhaal. Glunderend van vreugde en vol trots zal hij die ezel met Jezus erop, zijn geliefde leermeester de stad hebben in begeleid. Die onbekommerde feestvreugde duurde maar even...Toen Jezus het tempelplein schoonveegde, sloeg de stemming al gauw om, werd het grimmig in Jeruzalem....
Tijdens de laatste maaltijd bereid Jezus zijn leerlingen er al op voor dat zij zullen worden meegezogen in die negatieve stemming, maar ontkent Petrus dat in alle toonaarden...’Misschien zal iedereen u in de steek laten....maar ik nooit’.
En dat zijn niet alleen maar loze woorden, Petrus is de enige die Jezus achter na gaat als hij gevangen genomen is. Zelfs tot aan het binnenhof van de hogepriesters om te zien hoe het met Jezus verder gaat...in de hoop misschien dat hij Jezus nog op een onbewaakt ogenblik kon bevrijden....daar in het hol van de leeuw waar Jezus wordt verhoord, komt dat dienstmeisje ’jij hoort toch ook bij hem? En Petrus antwoord: ik? nee, ik hem niet....Een leugentje om bestwil...wat kon hij anders? Soms moet je iets om jezelf te redden van het kwaad dat rondwoedt... het wordt alleen steeds groter...de leugen...de kring van getuigen neemt toe...Petrus wordt steeds meer in het nauw gedreven....vloekend en tierend, schreeuwt hij het uit: ik ken hem niet.... ik ken hem niet....en bij de derde keer hoort hij de haan.... luid kraaiend laat hij horen dat de nacht voorbij is. Petrus gaat naar buiten en weent. Bittere tranen. Niet alleen om wat hij Jezus heeft aangedaan, hij huilt zo vermoed ik ook om zichzelf. Om de barst in zijn verhaal...waar hij niet voor wegloopt....Nergens ontkent Petrus zijn verraad. Nergens verzacht hij het...hij had kunnen zeggen: ‘ik was bang’, ik kon niet anders...nee, hij ziet zichzelf onder ogen, hij weent. Hij geeft toe: ik ben een kwetsbaar mens voor het aangezicht van de Eeuwige. Hij ziet zichzelf, een mens die niet altijd is degene die hij zou willen zijn.
Hij hoort de haan die kraait, het wordt weer licht...en later lezen we, gaat hij vol vuur verder in het delen van het leven en het verhaal van de liefde, de hoop, het verhaal dat Jezus belichaamde. Trouw als hij is.
Zoals hij naar zichzelf kijkt mogen wij dat ook doen.
Liefde en verraad, ze liggen zo dicht bij elkaar. Je zou zelfs kunnen zeggen, dat ze bij elkaar horen. Er kán immers nooit sprake van verraad zijn, als er geen liefde is. En niet van ontrouw, zonder ervaren trouw. ’t Eén is de keerzijde van ’t ander... Dat betekent dat ook de liefdes, de vriendschappen die uw en mijn leven kleuren, niet op voorhand stáán als een huis. Ze zijn kwetsbaar, als die van Petrus.
Daar kunnen we ons maar beter mee verzoenen.
Hoe? Mogelijk, door er aandacht aan te geven.
Op z’n tijd te zeggen, ‘ik hou van je’, of dank dat je mijn vriend bent en ik de jouwe mag zijn. En ook:
het spijt me zeggen als je weet dat je een ander tekort deed.
En als een ander jou kwetst...dat aangeven.
Want, waar we het kunnen delen, bouwen we aan vertrouwen,
wankelmoedig is met meer dan een gezicht....
Balancerend tussen idealen en werkelijkheid.
Mag ik u, jou uitnodigen...deze week, de stille week?
Uitnodigen daarvoor: om te kijken naar onze licht en schaduwkanten?
En dat in onze relatie tot de ander...tot elkaar?
Het eens proberen om te delen wat we liever verborgen houden...? bang voor wat de ander er wel niet van zal zeggen... bang om afgeschreven te worden...
Kijken naar je zelf in relatie tot de ander, dat mag best een beetje kritisch. Als je, dan ook maar de bereidheid hebt, daarna en daarnaast, barmhartig en liefdevol naar je eigen leven en dat van anderen te kijken.
Vanuit het besef, dat het bij ons hoort, dat er dingen mislukken, dat er dingen onvolledig, onvolmaakt blijven, bij onszelf en bij de ander – en dat we desondanks nieuwe wegen kunnen blijven inslaan.
Vergeet niet, als je dit doet die Geest van liefde en ontferming voor de feilbare mens die Jezus belichaamt,
die als rode draad door heel de Schrift loopt...
Op Palmpasen is die Geest de stad Jeruzalem binnengereden ...
vandaag wil die Geest ons huis, ons leven vullen...
In de persoon van Jezus, niet hoog te paard, maar laag op een ezeltje... dichtbij.
Hosanna voor de Heer!