Preek Paaskerk

7 juli 2017

Over het Bijbelboek Ruth

Ds.Jos van Oord

 

Laat ik beginnen met de woorden die de spil vormen van de lezing uit Ruth 1
'Waar u gaat, zal ik gaan,
waar u slaapt, zal ik slapen;
uw volk is mijn volk
en uw God is mijn God.
Waar u sterft, zal ook ik sterven,
en daar zal ik begraven worden.
De HEER is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden!’
Het is ook de tekst van Ds. Carel ter Linden bij het huwelijk van Willem Alexander en Maxima.

Zo spreekt alleen iemand die vastbesloten is, en door niets  en niemand meer van haar voornemen af te brengen is. .
'Ga terug;''  heeft ze haar beide schoondochters voorgehouden, 'het leven is hard voor mij geweest'.
Eerst haar man, en vervolgens haar twee zonen heeft het haar afgepakt. Leeg  heeft het haar achtergelaten. Wat heeft zij nog  te bieden?

Naomi staat voor de mens met gebroken dromen. We kennen het allemaal. Idealen, verwachtingen, weg.

‘Nee, ga mijn dochters!' Zegt Naomi tegen Ruth en Orpa.

Dan gaat Orpa terug. Ze heeft gelijk. Wat moet zij als Moabitische in Juda? Waar ze Moabieten verachten. .Orpa heeft daar dus niets te zoeken. Wie in Juda zal ooit een Moabitische trouwen?
Zij heeft daar geen toekomst. En zij keert terug. Gelijk heeft ze. Soms moet je loslaten. Je eigen weg gaan. Je kunt het niet altijd uithouden bij elkaar. In je relatie, je kind, je vader, moeder. Dan moet je terug naar je land, jezelf. Pijnlijk. maar leven is zo. Orpa gaat uiteindelijk terug.

 

Terugkeren (Hebr.‘sjoev’) is één van de belangrijke woorden in het eerste hoofdstuk  van Ruth. Het komt maar liefst 12 keer voor. Orpa gaat naar haar eigen familie terug, en haar besluit is heel begrijpelijk. Als weduwe, zonder man of zoon heeft ze totaal geen aanzien en geen middelen van bestaan, geen status .Teruggaan naar het ouderlijk huis: het voelt als gefaald hebben, het zelf niet kunnen  redden. Iedereen die in zijn leven wel een keuze gemaakt heeft die niet goed afliep, weet hoe het voelt.  Heeft u dat wel eens meegemaakt? Vast wel he?  Ik ook. Het voelt als een nederlaag, een mislukking. En dan die praatjes van de mensen…..

 Zo nu en dan moeten we een weg kiezen, en soms weten we pas achteraf, dat het niet de gemakkelijkste weg was. En een enkele keer gaan we terug…

Ruth blijft. Zij heeft een ander gelijk.
Het mag dan waar zijn dat Naomi haar niets meer te bieden heeft...............
Hoewel – is dat ooit waar? Dat jij niets maar dan ook niets meer te bieden hebt? In de leegte van het bestaan?
Maar zelfs al zou dat zo zijn, dan nog is dat voor Ruth geen argument.
Voor haar telt maar één ding: Ik blijf bij je. Al ben je nog zo depressief.
En of ik er nu beter van word of niet, ik laat je niet vallen;ik kan niet anders.
Dat is haar gelijk. Soms houd je vol. Je partner die de weg kwijt raakt.In het verleden leeft en dan toch er zijn, blijven, meegaan..  door het leven door de dood heen.Je vader, je moeder die niet meer weet wie je bent…en dan toch blijven gaan. Een hand vasthouden.


'God heeft mij verlaten', zegt Naomi.
En ze noemt Hem niet langer Jahwe, de nabije, maar de Ontzagwekkende.
'Ik zal bij je zijn', zegt Ruth.  Ik vind dit zo mooi. Naomi die God als ver weg, als leegte ervaart. En dan Ruth die deze leegte vult tot nieuwe ruimte met dezelfde naam van Jahwe: ik zal er zijn!  De Moabitsiche die God laat zien. Waauw!

En zo schept ze met haar nabijheid voor Naomi de kans weer in God de nabije te gaan geloven. Knap…dat je zo leeft met een ander dat je de ander weer zicht op God geeft, de ander die verbitterd is…

 

 

Ruth, Moabitische is een echte Moeder Gods .Een Maria!  Een mens die door haar eigen nabijheid Gods nabijheid een kans geeft. We gaan naar Bethlehem. Samen. En geografie is in de Bijbel theologie: Bethlehem: dat ligt beneden, Down under.  Ruth gaat diep. Heel diep. Mee tot het uiterste!


Daar aangekomen, valt het overigens niet mee. Nog steeds niet.
Niets te vinden van wat ze ooit uit de Thora vernomen hebben : je zult de vreemdeling barmhartigheid bewijzen, want je bent zelf vreemdeling geweest, weet je nog wel; dus je weet hoe dat voelt'. Maar mooie woorden in de Thora betekent nog niet dat de praktijk zo is. Ik weet er alles van. In Zuid Italie, in Rome, overal zag ik ze, in parken, op banken, hangend,wachtend, de mannen uit Afrika. En ik deed niets. Ja praten. Erover praten. Maar verder?
Niemand die een hand uitsteekt naar Naomie. Over hen praten - dat doen ze. We weten er alles van, hoe we spreken over zgn. illegalen… Buitenlanders die meeprofiteren van ons… nee we weten er alles van.

 

En wat met Naomi?


Met een grote boog om de depressiviteit van Naomi heen lopen?  Ze doen het!
Omdat ze er geen raad mee weten waarschijnlijk 'En de vrouwen zeiden : Is dat nu Naomi?'
En zo maken ze het haar  nog lastiger.  Vol emoties verzucht ze: noem mij niet meer Naomi - liefelijke, lente – kind. Noem mij niet meer met die naam die mijn vader en moeder ooit over mij uitriepen: lentekind, voorbode van de grote zomer!  'Spreek mij daar niet meer op aan', zegt ze '. Dat ik Naomi kan zijn - dat is voorbij. Noem mij Mara. De bittere. De verbitterde. Herfstkind. De takken kaal. De schoot verdord'

Dat is de taal van iemand die alle geloof in het leven verloren heeft Iemand bij wie je weg zou lopen. En soms zo begrijpelijk. Zo’n houding.
Maar Ruth blijft.

Nogmaals, het is knap  het uit te houden in de duisternis van een  ander. Als je niet direct zegt "ach, kop op, je hebt mij toch?" of: "het zal wel weer beter gaan".
Goed bedoeld zijn zulke opmerkingen. Maar ze kunnen zo pijnlijk hard aankomen. En Ruth weet dat. Ze houdt zich in en verplaatst zich in  het verdriet van Naomi....".
Ruth blijft. Dat is haar gelijk. Blijven. Het gelijk van de hoop. Ruth: haar naam betekent
"vriendschap" of "vriendin". Hier is vriendschap zo veel dieper dan op Facebook. Vriendschap is een geestverwantschap.

Met dit verhaal over Ruth, de Moabitische is er nog  een ander gelijk. Alsof de verteller wil zeggen: Je stelt je eigen identiteit niet veilig door je voor de ander af te sluiten, maar juist door je voor de ander open te stellen. Het gaat om het riskante gelijk van de dialoog, van de kwetsbaarheid. Van een houding die over de grenzen van culturen en volken heen het perspectief niet opgeeft van één wereld. Gods wereld.

 

Het verhaal van Ruth prikkelt ons, daagt ons uit, bemoedigt ons dat perspectief niet op te geven. Ook niet in een tijd als de onze waarin culturen botsen.

Ruth toont wilskracht door het vreemde te kiezen. Je kunt zo lang gemakkelijk blijven hangen in het verleden, het vanzelfsprekende, het bekende…

 

De schrijver is niet scheutig met God. Misschien wel goed ook. We weten niet veel.  En het gaat zoals het gaat in het leven. Toevalligheden genoeg. Maar dat is er wel in het verhaal van Ruth:

God is er nooit direct, altijd versluierd aanwezig.  Hij is geen lot, of toeval. Is niet een soort van regisseur, maar wordt concreet in mensen, krijgt handen en voeten in mensen als Ruth… beelddrager is zij van de Schepper.

U weet hoe het afloopt. Boaz, een landheer, een boer helpt. De twee vrouwen vinden onderdak. Er ontstaat iets moois tussen Ruth en Boaz.

En aan het eind van het boek Ruth geeft de verteller zijn verhaal nog een extra dimensie: Het kind (Obed) dat Ruth en Boaz krijgen, zal de grootvader zijn van koning David.

Dus in de lijn naar Jezus van Nazaret  klinkt ook altijd iets mee van deze vrouw uit Moab. Een vrouw die op het eerste gezicht geen toekomst meer had, een buitenlandse die in Bethlehem weinig te zoeken leek te hebben. Een buitenbeentje, iemand die niet meetelde. En gezicht gaf aan God, toekomst opende.

 

Ik  sluit af met een lied van Stef Bos. U zult het zo  horen zingen.

Stef Bos is getrouwd met een Zuid-Afrikaanse vrouw en woont in Zuid-Afrika. Toen hij een lied bij Ruth moest schrijven besloot hij dat in het Afrikaans te doen en zo zijn eigen verhaal, het verhaal van zijn vrouw, te verweven met het verhaal van Ruth, die ook een vreemdeling in een andere cultuur was. Het gaat over samen. Over kiezen voor de ander, voor waar de ander vandaan komt, voor wie de ander is en welke mensen en cultuur achter hem of haar staan. Over samen doormaken wat nodig is om de ander te dienen, te beschermen en lief te hebben.

 Lied van Ruth/Stef Bos

Lied van Ruth
 
Ek is n vreemde hier    
Ek het my land gelos
Ek het jou pad gekruis
Ek het jou spoor gevolg

Jy het gese gaan terug
Moe nie op my vertrou
Maar jy s n deel van my
Wat doen ek sonder jou

En ek weet die toekoms is onseker
En die donker is digby
En ek weet ons wag n lang reis
Reg deur die woestyn

Maar jou land is my land
Jou volk is my volk
Jou taal is my taal
Jouw God is my God
Jou droom is my droom
Jou pad is my pad
Jou toekoms my toekoms
Jou hart in my hart

Ek weet jou volk is bang
Voor ons wat anders is
Maar ek sal brugge bou
Daar waar die afgrond is

En ek sal terugverlang
Wanneer die wind sal waai
Wat uit die suide kom
Van my geboorte grond

Maar ek sal sterk wees
En ek sal oorleef
Want ek wil naas jou staan
Al sal dit moeilyk wees

Maar jou land is my land
Jou volk is my volk
Jou taal is my taal
Jouw God is my God

Jou droom is my droom
Jou pad is my pad
Jou toekoms my toekoms
Jou hart is my hart

My deel is jou deel
My brood is jou brood
Jou lewe is my lewe
Jou dood is my dood

En wanneer die donker kom
En jou mense my ontwyk
Sal ek my liefde gee
Totdat die haat verdwyn

Want jou huis is my huis
Jou angs is my angs
Jou stilte my stilte
Jou land is my land