Vrees niet, ik verkondig u grote vreugde
Preek over: Jesaja 52:7-10 en Lucas 2:1-20
Paaskerk Baarn, 25 december 2011 
Ds. M.M. Kool-Mout

 

 
Het kerstverhaal dat ons deze ochtend zo feestelijk bijeenbrengt, heeft een boventoon die telkens weer opklinkt. Die boventoon is vreugde. “Jubel en juich”.

Grote vreugde zong Maria uit, toen haar gezegd werd dat zij zwanger zou worden.

Dat haar zoon, Jezus zal heten, God redt, betekent dat. Gods gezicht op aarde, zij zal hem leven schenken...Grote vreugde voor de herders, grote vreugde voor het hele volk dat zich verbinden zal aan het leven van dit kind. Grote vreugde voor alle mensen van goede wil, wij allemaal.

Heilige Nacht Emile Nolde

Die grote vreugde straalt ook af van het schilderij Heilige Nacht van Emilde Nolde, (1867-1956) zoals u dat ziet op de voorkant van de liturgie. Emile Nolde maakte een groot werk over de geboorte, het leven en sterven van Jezus. Met krachtige, ruwe pennestreken en contrasterende kleuren, die soms helemaal niet mooi bij elkaar passen, tekent hij uit hoe Jezus temidden van veel lelijks, een bron van Licht is. Hoe Jezus bij mensen iets losmaakt, iets aanraakt, dat bedekt is geraakt, door de zorgen en zwaarten van de dag. Jezus zo zegt Nolde, ontmaskert mensen, hij wil ze terugbrengen bij het licht dat in hen is. Op zijn beurt probeert Nolde dat met zijn schilderijen teweeg te brengen.

Dat mensen enthousiast worden, bewogen.Vol vuur, vol passie, met veel kleur, laat de schilder in zijn werken zien wat geloven voor hem is: het heeft alles te maken met je verbinden aan een visioen.

Een visioen van vrede, van recht temidden van alle duisternis en chaos die er op aarde ook is.

Deze heilige nacht is het eerste deel van dit grote werk. En de vreugde van Jozef en Maria straalt je tegemoet. Niet het kind, maar wat hij uitwerkt op hen staat centraal. Meestal zien we Maria devoot en wat ernstig kijken naar de pasgeboren baby, alsof ze al weet wat voor een leven hem te wachten staat.

Hier kijkt ze onbevangen haar pasgeborene aan. De weg, het leven ligt open…hemel en aarde raken elkaar in de geboorte van dit kind. Het is een heilige nacht. Maar... deze uitbundige vreugde van het verhaal en van het schilderij, die laten zich niet zomaar opdringen. We nemen natuurlijk onszelf mee, als we kijken en luisteren naar zo’n verhaal. En dan is er veel wat ons bezighoudt en ons bepaalt. 

Daarbij stilstaan, kan veel blootleggen, van wat breekbaar is en kwetsbaar in ons eigen leven.

Wat moet je met een boodschap van grote vreugde, als je dagen vlak zijn geworden, de glans er af is,

als het je dagelijks overkomt, dat je gepest wordt op school, of afgewezen op je werk, als je huis geen veilig thuis is? Wat betekent het , dat er een Redder is geboren, als jij een van hen bent, die vroeger is misbruikt, als je vertrouwen beschadigd is? Of als je ‘s nachts wakker ligt, omdat het spookt van binnen in je ziel...omdat de toekomst onzeker is. 

Vreugde laat zich niet opdringen, en zij is ook niet los verkrijgbaar, ook Jesaja en Lucas,  hebben daar weet van: Het verhaal van de geboorte van Jezus, vertelt Lucas niet voor niets als een verhaal

dat speelt in de schaduw van de nacht. En altijd wanneer het in de bijbel over nacht gaat, dan betekent dat, dat het niet goed gaat op aarde. Dat mensen hun richting kwijt zijn. Het spoor bijster. Jezus wordt geboren, temidden van dreiging en chaos. Het is zoals wij vandaag de dag zeggen: crisis.

Hoe het zo ver heeft kunnen komen, dat mensen het spoor zijn bijster geraakt? 

Het zijn de dagen van Keizer Augustus, de Verhevene, betekent zijn naam. Hij verheft zich boven de anderen. Hij zaait verdeling, hij zaait angst: ga naar je geboortestad, jij, je moet je inschrijven. Hij telt zijn mensen om belasting van hen te innen, maar echt in tel zijn ze niet. Ze worden geregistreerd. Op een lange lijst gezet...maar hun verhaal, wie ze zijn, in welke staat ze verkeren, rijk, arm, ziek, zwak, zwanger, het doet er allemaal niet toe. Hij roept wat en de mensen gaan. Wanneer het er zo aan toe gaat, dan heet dat nacht in de bijbel. En ik vermoed dat vele mensen die op dit moment staan ingeschreven, wachtend op een veilige thuishaven, wel weten wat dat is, om te moeten wachten in de nacht, waar jij met je verhaal over het hoofd wordt gezien.  Maar een crises kan worden tot een stimulans om te leven, om meer te leven, zei iemand eens, ik geloof dat het Nietzche was.

Maar hoe gaat dat? En zijn we er creatief en sterk genoeg voor om een weg te vinden naar

meer leven als de schaduw van de nacht over ons heen valt? Waar vind je dan kracht? Op welke bronnen grijpen wij terug? Hebben we temidden van dat alles,

ruimte voor een engel die zeg: je hoeft niet bang te zijn,staan we open voor een verhaal waarin grote vreugde wordt verkondigd zoals in de heilige nacht? Putten we daar levenskracht uit?

Laten we nog eens terugkeren naar Maria. Tegenover de nacht, van Verheven keizer Augustus...staat dit jonge meisje. Dit meisje dat alle reden had om bang te zijn...Een kind is ze nog, in Nazareth, ergens in het achterland van Israel. Een bezet land, onderdrukt en uitgebuit door de Romeinen.  En dan ongehuwd en al zwanger, wat zal de omgeving daar wel niet van zeggen? En dan je moeten laten registeren...omdat iemand dat zo nodig vindt... niet wetend waar de nacht je brengen zal.

Je zou van angst verlamd raken. Blokkeren, verstijven als dit allemaal op je af komt.

Door angst verschansen mensen zich en durven ze zich niet meer open te stellen voor de ander, voor het leven. Iemand heeft eens geteld hoevaak er in de schrift vrees niet staat, hij kwam wel op 365 keer. Ik weet niet of het helemaal klopt, maar het is wel een heel mooie gedachte, elke dag een keer deze woorden je te binnen brengen. Blijkbaar hebben mensen dat nodig, dat de bijbel het zo vaak zegt...het zit kennelijk in ons, dat we bang zijn, bang worden. Misschien wel banger dan nodig. Maar als je op je inlaat werken, dan maakt het soms ook bang, de wereld waarin wij leven, waarin groeien onze kinderen op? Wat houdt het, wat geeft richting, nu en straks?

En daarom, omdat we angst kennen, klinkt die boodschap, voor Maria en voor de herders, voor ons allemaal: Vrees niet! Je hoeft niet bang te zijn. Je hebt genade gevonden. Genade. Dat betekent: je mag er zijn. Het is goed zoals je bent. Je hoeft niet bang te zijn voor veroordeling, afwijzing, discriminatie, pesten, uitsluiting. Jij mag er zijn. Jij mag jij zijn. Onvoorwaardelijke aanvaarding. Je hoeft niet eerst normaal te worden, je te gedragen als iedereen, je bent geliefd zoals je bent. Genade, dat zijn vriendelijke ogen. Geen spoken in je ziel, geen pesters op school, maar vriendelijke ogen. God bevrijdt, Maria. Zo heet dat. Bevrijd van de angst en de schaamte, van alles wat je aan leeuwen en beren op je weg ziet komen. Vreest niet Maria. Jij bent drager van een kostbaar geheim dat God in je heeft gelegd. En Maria, ze verschanst zich niet achter haar angst, ze durft zich open te stellen voor de ander, voor het leven. Ze opent zich en waagt het om zich toe te vertrouwen aan deze boodschap. Vrees niet. Daarom kan in haar het volle licht, de vreugde doorbreken. Dat heeft Emile Nolde goed verstaan. Een grote vreugde wordt haar in de schoot geworpen. Een die door vrees is heengegaan. Een diepe vreugde die de nacht misschien niet opheft, maar wel een die maakt dat je het erin uithoudt. Perspectief blijft zien, een weg om te gaan.  Hoe kan een donkere nacht een heilige nacht worden? als we de woorden die tot Maria zijn gesproken als een woord voor ons horen,

vrees niet! Je hebt genade gevonden in de ogen van God. Als we durven gaan, in het spoor van Jezus,

in geloof: dat is je toevertrouwen, je willen verbinden aan dat visioen van vrede,

in hoop, dat is van harte vertrouwen dat het anders kan,  en in liefde; die onze angst doorbreekt.

Die ons van binnen rust schenkt, op dat we het aankunnen wat er op ons afkomt. 

Vrees niet. Maar soms heb je wel een engel nodig om die boodschap te horen en te verstaan.

 

Amen.