En toch...zo leven dat je zorgen niet jou hebben, maar jij hen 
Preek over Jes. 49: 13-18, Mt 6:24-34
Paaskerk Baarn, 27 februari 2011
Ds. M.M. Kool - Mout

Welke zorgen houden u/ jou op dit moment het meest bezig?

Dat is een vraag die we elkaar niet zo vaak stellen, maar als je hem stelt,

vertel je elkaar soms dingen die je nog niet eerder met elkaar had gedeeld.

En de vraag kunnen beantwoorden, is soms al genoeg om niet ten onder te gaan, aan alles wat je bezighoudt.

Heb je zorgen? We spraken erover afgelopen donderdag in de bijbelkring.

Ja, wie heeft ze niet? Dat hoort toch bij ons leven? Ze ontstaan wanneer je van iemand gaat houden, wanneer je betrokken raakt bij wat om je heen, in de wereld gebeurt. De ergste zorgen zijn zorgen over dingen waar je zelf eigenlijk geen of nauwelijks  invloed op hebt. Zo’n Kadafi die z’n macht probeert te redden, en met alles wat hij voor handen heeft de dood om zich heen verspreid. En al die mensen die na een leven lang van gevangenschap opstaan. Zorgen hebben, strijden voor de toekomst van hun kinderen. Wat zal er van komen? En dan is er zoveel, wat soms maakt dat je er niet van kunt slapen, zoveel wat ons raakt.  Als het met je kinderen niet goed gaat,

of met je ouders, je gezondheid...als een dierbare vriendschap stukloopt, of je relatie onder druk staat, zorgen om je huis en je haard...of werk wat je boven het hoofd groeit... Het kan met onze zorgen zo erg worden, dat ze je volledig in beslag nemen.

Ze kunnen zo groot worden, dingen, die maken dat je niet zo goed meer kunt onderscheiden, niet beseft wat eigenlijk jou houvast geeft en vertrouwen in je leven.

En toch...Er is een andere manier, een andere mogelijkheid om in het leven te staan zegt Jezus.  En we weten dat hij als ieder ander zorgen had ... toch was hij onbezorgd.

De zorgen hadden hem niet. Wat hij zegt, klinkt eenvoudig: Wees niet bezorgd.

Deze woorden staan ingeklemd tussen twee zinnen:

1. Je kunt geen twee heren dienen, geen twee goden.

Dit is geen verbod, geen plicht...maar eigenlijk een nuchtere constatering:

het kan gewoon niet... want...als je dat doet, dan komt er van beide niets terecht...

Die twee heren, dat blijken God en de Mammon te zijn, De bevrijder God van - ik zal er zijn... tegenover de god van: ‘ik heb nooit genoeg...’ De god die je bang maakt...angstig dat je iets te kort komt. Die maakt dat je je vertrouwen laat afhangen van dingen die niet goed zijn, voor jou niet en niet voor een ander. Die je laat denken, dat jij bent wat je hebt... maar dat is niet zo... De tieners merkten het scherp op: het gaat er hier om dat je niet zo moet hechten aan materie...niet aan spullen.  Het kan toch soms een heel gedoe zijn, dacht ik zo, als je mobieltje alweer verouderd is, of er weer een betere ipod is...aar jullie maken goed onderscheid: Het gaat er niet om wat je hebt, hoe je er uit ziet, maar om wie je bent. Wat echt gelukkig maakt, dat kun je niet kopen, en met geld worden je angsten niet kleiner....je kunt maar beter goede krachten in jezelf en anderen naar boven proberen te halen. Een mooie plek maken in het hier en nu...en daarmee hebben jullie volgens mij een mooie levensles uit het verhaal te pakken. Een die verwijst naar dat tweede zinnetje, dat staat, na die opmerking van ‘wees niet bezorgd: 2. Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid.

Dat koninkrijk van God is zo’n ‘beweging’ van goede krachten, tot op vandaag:

de beweging van ‘breken en delen: brood breken en delen –

en wie een vriend heeft, deelt die vriendschap met wie haar ook zoekt...

Die beweging. Wie zijn leven, zijn ziel, zijn kracht, zijn vermogens en talenten voor zichzelf wil houden, die verliest zichzelf.  Wie zijn leven deelt, als brood,

zal het steeds opnieuw ontvangen, en beseffen dat wat echt vreugde geeft, je geschonken wordt. Als genade.  Die beweging van het gedeelde leven, van de solidariteit, die is door Jezus verkondigd als een toekomstvisioen –

voor het leven van deze dag...en de dag van morgen...de aarde een ronde tafel zonder eerste, gereserveerde plaatsen, waar genoeg brood is en vriendschap voor iedereen.

Die zoektocht kan er mee beginnen, dat je in plaats van met dichte handen,

je handen opendoet...In plaats van hebben en krampachtig vasthouden...

opengaan, er durven zijn zoals je er bent. Wie niet geeft om zelfbehoud,

leven vind hij/ zij honderdvoud. zoals we straks zullen zingen

Is dat niet Jezus’ pleidooi? Om je leven te wijden aan wat leven doet.

want wie zich door zorgen over hebben, laat verlammen, die leeft aan het leven voorbij. Bij hem had de angst voor wat zou kunnen gebeuren, plaatsgemaakt voor vertrouwen, voor godsvertrouwen. En steeds wanneer de angst de overhand dreigde te krijgen, wanneer hij merkte dat hij teveel door zorgen in beslag werd genomen,

dan trok hij zich terug. Want wie teveel door zorgen in beslag wordt genomen, ziet de vogels in de lucht niet meer, en de leliën op het veld. Wie teveel door zorgen in beslag wordt genomen, kan niet zo goed meer onderscheiden, tussen wat wel en niet van belang is, of waar je wel iets of waar je niets aan kunt doen...je kunt ervan verkrampen. Om dat te voorkomen, moet je af en toe even alleen een berg op, het veld in...Om stil te worden, om terug te keren, opmerkzaam te worden,. te luisteren, naar die stem, die zegt:  “Ik heb jou bij je naam geroepen, jij bent van mij. Jouw naam staat in mijn handpalm gegrift...” Naar die stem die de eeuwen door steeds klinkt en weerklank vindt...in Mozes, in profeten als Jesaja, in Maria, moeder naar Gods hart, in Jezus, in mensen zoals u en ik...Een stem die maakt dat mensen weer op hun beide voeten durven gaan staan. Vertrouwen vinden en houvast. Je hoeft niet bang te zijn. niet jij hoeft te zorgen, ik draag zorg voor jou...en dan niet bedoeld als vrome troost, maar om weer op kracht te komen. Vertrouwen groeit als je merkt, dat je niet alleen bent. Kan een liefdevolle moeder het kind dat zij droeg vergeten? vraagt Jesaja zich af...Dat kan zij niet...Zo is een God van liefde: zoals een goede moeder zorgt voor kinderen haar toevertrouwd en waarborgt dat zij leven. Vertrouwen groeit, als je merkt dat er in je leven iemand is, die laat voelen, dat die bij je is, iemand ie een beetje op je past...van je houdt...

Als je je opent voor die ervaringen...van liefde en vriendschap. Vertrouwen waar Jezus het over heeft, is dan ook eigenlijk niets anders dan een oefening in liefde tot elkaar. Want, alleen in de nabijheid van andere mensen, in wier liefde wij kunnen geloven, komt onze angst die iedereen wel eens bekruipt, tot bedaren. Alleen zij kunnen ons beschermen tegen de angst die eigen is aan ons bestaan. Niemand kan het ontkennen, Deze, onze wereld baart zorgen...Er is verschrikkelijk veel wat niet goed is. Wie ziet om naar de hongerigen en dorstigen op aarde?

Ons leven zit vol onzekerheden, die je soms bang maken...God zwijgt zo diep in alle talen dat je denkt: hij bestaat niet. En het ergste is dat het voor velen vaak zo voelt.

Dat had Sion...de indruk dat God hen had verlaten.  Die verlammende angst, dat je helemaal alleen bent...Jij met je zorgen...Niemand ontkomt aan zo’n ogenblik...En toch zegt het evangelie dan...is er een andere mogelijkheid van omgaan daarmee, Er is dan maar één oplossing: dat je ‘en toch’ zegt en ‘hier ben ik’; en om je heen kijkt of er nog iemand is die dat ook zegt– en dat je dan samen probeert te redden wat je redden kunt. Wij zijn hier, omdat we dat willen, ‘proberen te redden wat je redden kunt’. Solidariteit en ontferming proberen. Geborgenheid geven. Haar ontvangen. Omdat je uit die geborgenheid geboren bent. Bij God vandaan komt... jij en die naast je zit ook. En toch. Je niet opsluiten in zorgen, maar aansluiting zoeken, verbinding...liefhebben. Ook zingend en biddend, bij al het goede dat overal in deze wereld, overal, gedaan wordt tegen de verschrikking, tegen de angst in.

In die beweging van gedeeld en zorgzaam leven, bevinden wij ons, in die tegenbeweging. En dat bedoelen we met kerk zijn: in de naam van Vader, de zoon, levend van de Geest.

Amen

 

 

 

 

terug naar boven