Stem mijn harte tonen op u af 

Preek nav Psalm 19  Vrij vertaald Huub Oosterhuis

Paaskerk Baarn, 12 mei 2019     

Ds. M.M. Kool - Mout

 

 Wij denken in verhalen, zo is ons brein gevormd.

Ellen ter Gast, zij is neurobioloog en ethicus schrijft daarover in haar recente boek, ‘De dappere kijker’. Daarom zegt ze zijn verhalen van levensbelang. Ze gaan bepalen hoe wij denken over de wereld, over ons zelf over wat goed is om te doen en wat niet. Verhalen vormen je. Daarom doet het ertoe welke verhalen je meekrijgt, met welke verhalen je gevoed wordt, met welke woorden je je laat voeden, en dat je daar altijd weer over blijft nadenken, ze overweegt.

 Wij zijn een verhalen gemeenschap. Leven van woorden. Ook van rituelen. Van Liturgie. Maar zonder woorden, zonder de verhalen verliezen wij onze geloofsidentiteit.

Hoe je ze ook leest, letterlijk of als metafoor, als je ze eigen maakt, krijgen ze een diepere kracht en geven ze richting. Woorden als wegwijzers. Als ankers. Voor een leven met God...Als je over God wilt spreken, zegt Israël moet je een verhaal vertellen...en dat doen ze, verhalen vertellen, en de richting is Exodus: bevrijding.

 Dat doen verhalen, dan doen woorden: richting geven, een bepaalde werkelijkheid scheppen. En als je ze eigen maakt, krijgen ze ook kracht.

Soms maakt één woord al verschil. Woorden kunnen maken of breken.

 100 jaar geleden 9 mei 1919 stond een groep vrouwen ongedurig te wachten, in het halletje van de oude Tweede Kamer. Het ging hen maar om één woordje in de kieswet.... Aan dat ene woordje zat een hele wereld aan opvattingen, van waarden en normen vast,

van ongelijkheid...opgelegde rolpatronen...

Die middag zou het eindelijk geschrapt worden: ‘mannelijke’. Voortaan was het kiesrecht niet meer voorbehouden aan mannen ingezetenen alleen, maar voor iedereen, ook voor vrouwen. Een grote verandering in het leven van de mensen toen, die wij tot op vandaag dankbaar vieren. Een woord maakte het verschil...

 Zo is het ook met onze geloofsverhalen. Ze kunnen verschil maken. Ze scheppen een werkelijkheid. Beogen verandering... dat je anders gaat kijken naar de wereld om je heen, jezelf en de ander daarin.

Vanuit waar het om begonnen is...en waar het in ieder leven uiteindelijk om gaat en blijft gaan: om leven in een verband, leven in verbinding. Dat je niet maar zo uit de lucht bent komen vallen...en het moet uitzoeken. Maar dat je leven mag van uit een belofte. Ik zie jou. Zo’n stem klinkt door die oeroude verhalen heen, en mensen leven er mee, doen er ervaring mee op. Met vallen en opstaan. Dat ze vanuit die belofte het leven aan gaan... je mag vrij zijn. Vrij van angst, met vetrouwen...voor he tlicht ben je bestemd....

Er zij licht, daarmee opent het verhaal van God met mensen. En met het spreken daarvan, komt het ook. Woorden als wegwijzers.

 Beeldend wordt dat verteld in het verhaal van Noach. Gods belofte, als een boog aan de hemel. Dat is het teken van een verbond: ik voor jou, jij voor mij: dat is wat God de mensen op het hart drukt: je bent en gaat niet alleen. Ik ga met je mee. Gods Naam in een paar letters. Als een wegwijzer.

Als een weg om te gaan. Naar toe te leven.

 Mozes ontvangt met het oog op die weg tien woorden.

De Thora, samengevat in dat ene grote gebod van liefde: heb God lief, je naaste als jezelf.... Wie zo doet, doet God.

Wie zo spreekt, spreekt goed.

 Als hij ze overdraagt aan het volk, zegt hij daarbij:

Prent ze in je hart

Berg ze in het binnenste van je ziel, deel ze met je kinderen...

Herhaal ze thuis en onderweg, als je slapen gaat, als je opstaat, draag ze op je huid,

een teken om je arm, en schrijf ze op de deurposten van je huis en de poorten van je stad.

 Waarom? om ze je eigen te maken, echt eigen. Dan kun je er altijd op terug vallen. Duurzaam, in vrede met jezelf en de anderen.

Wie zo leeft, leeft met eerbied voor wie voor je waren, en wie na je komen. 

Vrij van knellende banden dat je altijd maar meer zou moeten...dat het nooit genoeg is wat je doet, wie je bent. Ieder heeft zo zijn eigen gevangenschap...vanuit het verleden of in het heden en ieder kent een zoektocht om naar een vrijer leven, vrijer van angst, van dat knagende gevoel van altijd tekortschieten, vrijer van schaamte of schuld.

 In ballingschap ontdekken de Israëlieten dat ze niet in gevangenschap hoeven blijven leven, ze worden bevrijd doordat er een is, die hen anders aanspreekt. Mozes laat ze nadenken, nadat hij zelf is aangesproken...

Waar zijn we mee bezig? waar in verzeild geraakt...? En wat kunnen we nu doen?

Ze beginnen elkaar te ontdekken als gemeenschap.

Samen zoeken ze nieuwe grond onder hun voeten, en doen dat door de Thora, de tien woorden van God, de verhalen, de profetieën, en spreuken te overwegen.

Al kauwend op die woorden ontdekken ze:

We zijn niet bedoeld, om geknecht, gekleineerd te worden, om gevangen te worden in gedachten of systemen van anderen die zich boven ons verheffen.

Niet voor de eenzaamheid zijn we bestemd,

maar voor het leven met God, met de ander die naast je is.

 Prachtig is dit verwoord in de hymne op de Thora in Psalm 19....

De ik van de Psalm is mens als wij:

met dezelfde mensen wensen....

hetzelfde verlangen om te leven in deze wereld met haar grote dreigingen en gevaren, met haar schoonheid, zachte krachten en wrede werkelijkheid.

Hij voelt zich nietig als hij naar de hemel kijkt. Herkent de hand van God als hij naar de sterren, de zon, de maan kijkt. Wie dat weleens doet, weet hoe stil je daarvan kunt worden, onder de indruk van de grootsheid, de schoonheid.

En de dichter ontdekt, dat die tien woorden daarin van betekenis zijn.

Ze zijn er niet om zichzelf. Niet om je kort en klein te houden....

Ze zijn er om jou naar het leven te leiden:

Om je te doordringen met leven, met wijsheid en vreugde.

Met licht in de ogen.

 ‘Uw woorden gaaf, een verademing.

ze houden stand,

zijn een vreugde voor het hart,

een helder licht voor de ogen,

ze zijn er als een spiegel waarin je de waarheid van je eigen leven onder ogen mag komen.

Wie dat doet, aandurft, zal zich vrijer voelen dan wanneer je van alles denkt te moeten verbergen ....

Staven van goud, pure honing.

Levenskracht voor de mens.

En ze vinden weerklank in mensen.... tot op de dag van vandaag. In u, in jou en mij. 

Ik las en herlas deze week het indringende verhaal van Edith Eva Eger in Trouw van vorige week, 4 mei. 91 jaar oud is. Een joodse vrouw. Dr in de psychologie.

In gesprek met Arjan Visser rond deze tien woorden.

In haar leven kun je zien hoe krachtig het werken kan,

als je goede woorden meekrijgt. Een sterk (geloofs)verhaal.

 Ze overleefde Auschwitz. Edith Eger. 16 was ze, toen zij en een van haar zusjes en ouders werden gedeporteerd naar het vernietigingskamp. Vanuit Hongarije. Haar ouders werden meteen naar de gaskamers gestuurd. Zij werd diezelfde avond gedwongen te dansen voor Mengele, de wrede, sadistische kamparts van Auschwitz, de moordenaar van haar ouders. Danseres van Auschwitz wordt ze genoemd.

Hoe ze daartoe in staat was...vroeg een interviewer haar.

door mijn ogen dicht te doen, zei ze, uit te checken zoals ieder die ongewild betast wordt dat doet,

en door te denken aan de woorden die mijn moeder sprak toen ze opeengestapeld zaten in de trein naar het kamp:

ze kunnen je alles afpakken maar je gedachten zijn van jou,

die kan nooit iemand afpakken, daarin ben je vrij.... 

 Je bent voor het leven bestemd... net als die ander die naast je is...ver weg dichtbij.

Dat laat zij zien. Ze doet denken aan Etty Hillesum. Met dat vasthoudende vertrouwen in God, in het leven. Haar diepte en wijsheid.

 Nav van het eerste gebod zegt ze: God zie ik als het elfje uit Peter Pan, fladderend, fonkelend, een vrije geest

God als levenskracht, zegt de dichter van onze psalm.

De kracht die Edith het vertrouwen geeft: Ik ben niet schuldig, ik ben vrij. Ik mag leven...

 Met alle trauma’s die zij opliep, doorvoelde,  koos ze voor liefde in plaats van voor haat.

God zorgde ervoor zei ze, dat mijn woede voor dokter Mengele omsloeg in medelijden.

 

Nu op haar 91e werkt ze nog altijd als psychotherapeute.

Ze helpt haar cliënten....

omdat ze gelooft dat ieder uit het concentratiekamp van zijn eigen gedachten en ervaringen zou moeten kunnen ontsnappen....

En zo houdt ze haar cliënten voor: wat je ook achter de rug hebt of nu meemaakt, het gaat niet om de vraag, waarom ik? Maar om: Wat nu?

Een vraag die uitnodigt naar voren toe te leven....

In het vertrouwen dat je het kunt...

dat het je gegeven wordt.

Genade noemt de bijbel dat. Je mag het ontvangen.

Dat besef dat je leven mag. Met alles wat daarin is. Jij en de ander die naast je is.

Het is de liefde die je in leven houdt.

 

Gods woorden samengevat. Goede woorden. Het overwegen zo waard....

Daarom....Stem mijn harte tonen op u af.

Amen.