In stilte werkt de Geest van God....(Lb 691:3)

Overweging gehouden nav Gen 2:4-7 en Joh 3:1-10

Ds Marleen Kool

11 juni 2017 Paaskerk Baarn

 

 

In de stilte van de nacht, komt Nikodemus bij Jezus.

Een schriftgeleerde. Een van de Farizeeën is hij. Zij dragen zorg voor de traditie, met hart voor de samenleving. Waar Gods heilige wet de drager van moet zijn en moet blijven.

Daar zetten zij zich voor in, maar ze raken er ook in verstrikt. In hun grote zorg om dat overeind te houden, dat ieder zich aan deze regels houdt.

Zo zie ik hem voor me: als een mens met een verantwoordelijke baan.

Met een groot plichtsbesef, gevoel voor de tijd waarin hij leeft.

Maar ook gevoelig voor wat anderen denken en vinden.

Hij leeft in verwarrende tijden. Er wordt veel van hem verwacht, er wordt aan hem getrokken. Kan hij aan alles nog voldoen? Vanuit zijn functie, als geestelijk leider, maar ook als gelovig mens? Hij heeft politieke verantwoordelijkheid, moet laveren tussen de eigen joodse cultuur en de romeinse invloed die steeds drukkender wordt. Zijn levenswereld raakt steeds meer verdeeld. Gefragmentariseerd. Binnen al die verschillende werelden gelden andere regels, andere waarden en normen. Binnen die fragmenten is hij op zoek naar een anker. Hoe vind je in de wirwar van opvattingen en waardesystemen wat voor jou het meest wezenlijke is in het leven? Hoe maak je verbinding met dat wat voor jou het meest heilig is?

 

Nikodemus zit vast, gevangen. Hij is verstrikt geraakt in de oude zekerheden...die hij van huis uit mee kreeg, die hij heeft aangenomen, de vaste waarden waar hij altijd voor stond. En zich ook hard voor heeft ingespannen om ze door geven.

In de nacht komt hij bij Jezus. Dat staat er niet voor niets. De nacht is een omschrijving van een bepaalde geestesgesteldheid. Als het nacht is, zie je geen licht. En geen licht zien, dat is in de bijbel: Niet weten, waar je God zoeken moet. Vragen hebben, over oorsprong, doel en zin van je leven. Een lid van het Sanhedrin, een man van gewicht, een Farizeeër, een schriftgeleerde, die het niet meer weet? Dat kán toch niet? Dat mag niemand weten! Je kunt je voorstellen, dat Nikodemus niet wil, dat iemand hem ziet, als hij naar Jezus gaat. Komen in de nacht, het is: God niet zien, én niet gezien willen wórden.

Hij wil niet, dat iemand weet hoe deze man hem uit zijn slaap houdt. Hoe hij door hem is geraakt. Hij heeft in Jezus iets gezien, van het geheim van leven, Van in vrijheid - er zijn - voor Gods aangezicht. Die kracht van vertrouwen, heeft hem als het ware wakker heeft geschud en aan het denken gezet.

Zoeken en nacht horen bij elkaar.

Er is een zoeken dat het daglicht (nog) niet aan kan. Dat het nog niet verdraagt.

Uit angst voor waar die zoektocht je brengen zal. Uit angst, wat je omgeving ervan vinden zal.

 

Rabbi zegt Nikodemus tegen Jezus, ‘U bent van God...dat weten wij...’

Achter deze constatering zit een vraag verscholen. Zijn eigenlijke vraag verscholen is:

‘Wie bent u toch?’ zeg het me toch, maak het me helder. Ik moet het weten...ik wil wat ik ervaar kunnen begrijpen, anders, kan ik niet verder.

 

Ik hoop zo gaandeweg het verhaal overwegend, dat Nikodemus iets dichterbij u is gekomen.

Dat u iets in hem bent gaan herkennen. Ik las het verhaal eens met een groep jongeren.

Een kon zich er alles bij voorstellen dat Nikodemus Jezus opzocht in de nacht.

‘ik moet bij m’n vrienden echt niet aankomen mijn geloof in God’...zei hij. 

Ze snappen niet waar ik naar zoek. En als ze me teveel vragen stellen, dan weet ik het ook niet meer. Al die bijbelverhalen die heb ik meegekregen, en dat is mooi, maar ik beleef vaak zo weinig ‘God’.... alsof alles langs me heen glijdt...ik niet word geraakt...

Wie bent u toch? Het was voor ieder een herkenbare vraag.

 

Jezus antwoord op Nikodemus vraag, is eigenlijk heel mooi.

Hij zegt: je hebt het goed...en zo kun je mij herkennen,

 als je opnieuw geboren bent....eigenlijk staat er: als je van boven af geboren bent...van Godswege... jij op eigen grond, voor het aangezicht van de Eeuwige.

 Dat je dat besef toelaat...Jij bent een nieuwe schepping.

 

Uit water en geest mag jij weten, wordt je opnieuw geboren.

 Je hoort in Jezus’ woorden, die eerste scheppingswoorden als een echo doorklinken...

‘Duisternis lag over de oervloed en Gods Geest zweefde over het water.

Water is chaos, angst. Water staat voor dood.

Uit het water geboren worden.....zegt Jezus.

Een mens moet daar soms eerst in de buurt komen, wil hij iets van Gods Geest kunnen ervaren....soms moet hij eerst veel vaste grond onder zijn voeten verliezen: zogenaamde zekerheden kwijtraken, om zijn gevoel voor het heilige, voor God, te herkennen....

Je hoeft niet krampachtig autonoom te zijn, want in wezen ben je een mens afhankelijk en verbonden met anderen....geef jezelf maar uit handen....

zoals een pasgeboren kind dat doet, dat helpt je te leven van vertrouwen.

Laat je volstromen met heilige Geest.

Jezus nam Nikodemus bij de hand...hielp hem erdoorheen, door die nacht...pastoraal, bewogen...nabij.

 

Nikodemus doet mij denken aan een vrouw in haar laatste levensfase. Jaren voor ze overleed, had ze de kerk verlaten. 

Ze was als jonge vrouw, verstrikt geraakt in de vaste overtuigingen van haar ouders en de gemeente waarin ze opgegroeid was. Maar zei ze, met het verlaten van de kerk heb ik niet mijn geloof in God verloren...ik weet alleen niet meer hoe ik het zeggen moet.... ik mis de taal, maar er is meer, er is een kracht die mij draagt, die mij aanspreekt.

Er zat iets eenzaams in haar zoeken, zoals dat in al ons zoeken en vragen zit maar ook iets heel krachtigs, want ze gaf het in al haar kwetsbaarheid de ruimte. Ze zocht naar woorden, ze zocht onderdak voor de ervaringen die zij had. Ze liet anderen toe in de weg die zij aflegde...die weg naar binnen....waar ze iets ontdekte van dat waar Jezus de vinger bij legt in zijn antwoord op Nikodemus.

Wat zij ontdekte op haar reis naar binnen was dit, zo zei ze: dat in jou, in mij, een licht brandt dat je zelf niet hebt aangestoken.

Met dat vertrouwen kon zij in vrede leven op weg naar haar sterven.

Opnieuw geboren uit water en geest.

Ik zag het bij haar gebeuren.

 

In stilte werkt de Geest van God....

zo begon in mijn overweging, en zo eindig ik ook.

Nog even kijkend naar dat kleibeeldje van dat Gustav Hagelstange maakte van Jezus en Nikodemus, waar ook stilte van uit gaat.  Twee zwijgende mannen....Ja hun ogen spreken...

Jezus heeft ze neergeslagen. Nederig. Ruimte latend aan de Geest.

Nikodemus ziet uit naar wat komen gaat...hij durft zich er nog niet helemaal aan over te geven....leven van de geest...

Jezus handen spreken. Zegenend geeft hij hem vertrouwen.

De geestkracht van de Eeuwige zal bij je zijn. Is bij je. Jij bent een nieuwe schepping. Jij mag vrij zijn. Vrij van knellende wetten, vrij van geldingsdrang, van al die verwachtingen die anderen van je hebben....die hoge eisen die jij jezelf stelt...

Voor Nikodemus is deze nachtelijke ontmoeting een ommekeer in zijn leven.

God is niet in de hemel ver weg.

Maar, ‘Ik zal er zijn, tastbaar in die mens naast hem die hem tot zegen is. Dat het zo ook voor ons mag zijn. In het licht, maar ook in de schaduw en het donker van onze dagen. Amen.