Wie macht met ontferming combineert, doet leven
Preek over  Genesis 11:1-9 en Handelingen 2:1-13
Paaskerk Baarn, 12 juni 2011
Ds. C. Kruijswijk Jansen

Pinksteren is het feest van de gave van de Heilige Geest: het smeedt mensen aan elkaar, wereldwijd. De vraag is, of dit zo mooi is. Wat willen we met deze eenheid?

Het afgelopen weekend waren we met een aantal jongeren in de geloofsgemeenschap van Taizé. Drie keer per dag worden de gebedsdiensten gehouden, waar in vijf of zes talen wordt gezongen, gebeden en uit de bijbel gelezen. Hoe verschillend van taal en nationaliteit ook, je hebt daar een gevoel van ‘samen’, je voelt elkaar aan in het zoeken naar God en in het op het spoor komen van jezelf. Iedere zaterdagavond na de laatste gebedsdienst vertelt de prior, broeder Alois, over de betekenis van de gebedsdiensten. Zijn woorden worden in wel 10 talen vertaald. Hij legt de nadruk op ‘vertrouwen’: “We komen bij elkaar in het gebed om het vertrouwen te voeden dat God ons niet loslaat. Wij worden niet aan ons lot overgelaten; je wordt gevonden, want je bent de moeite waard. Dat mag je blijven geloven”.

Als je het verhaal van de torenbouw van Babel naast al die talen van Taizé legt, dan stel je met verbazing vast dat in het Babel verhaal de veeltaligheid als een soort straf wordt uitgelegd. de bedoeling is dat de mensen elkaar niet meer verstaan. Kinderbijbelschrijvers weten wel raad met dit gegeven. Een bouwvakker op de steiger roept iets van ‘Pas op, daar komt een balk naar beneden’, een ander hoort het verkeerd en de balk valt precies op z’n hoofd. Iemand roept om een hamer en iemand komt een zaag brengen. Dat houdt dus niet over. Ze stoppen ermee en vertrekken. Ze worden verstrooid over de aardbol.

Waarom zoeken ze de eenheid? Wat willen mensen met eenheid? Kerken zoeken elkaar en vormen sinds een aantal jaren de Protestantse Kerk in Nederland, winkels vormen ketens en worden grote concerns, multinationals ontstaan, worden grensoverschrijdend en wereldomvattend. Waarom doen ze dat? Er zijn in ieder geval twee motieven. Het ene is de behoefte om naam te maken. Misschien speelt betere dienstverlening een rol, een betere geloofsgemeenschap, maar in ieder geval is naam maken van belang, groter worden, macht krijgen en natuurlijk het vergroten van de winstmarges. Het andere motief is de angst. Als je klein blijft word je een prooi. ‘Als ik niet overneem, word ik overgenomen’. Angst om onder de voet gelopen te worden.

Macht en angst zijn ook twee motieven die in het verhaal van de torenbouw van Babel een rol spelen. Het woord Babel betekent ‘poort van God’. Met zo’n toren maak je naam en krijg je macht aks een god. De toren zorgt ook voor eenheid waardoor de angst om verstrooid te raken over de wereld wordt ingeperkt. Het is wel begrijpelijk dat het verhaal over de angst voort verstrooiing juist in de bijbel is opgenomen. Het volk Israël is zelf zo’n verstrooid volk, dat in z’n belijdenis de woorden heeft opgenomen: “een zwervende Arameeër is mijn vader”. Altijd zijn ze onderweg, nergens zijn ze thuis, altijd leven ze in de marge en worden met argwaan bekeken. Nergens zijn ze welkom, tot op de huidige dag!

De vraag is en blijft: wat doe je met eenheid en schaalvergroting? De wereld, ónze wereld wordt steeds meer één. Alles hangt met alles samen. Als in Japan een aardbeving met kernramp plaats vindt, raakt de hele wereld uit z’n evenwicht. Als Griekenland de crisis niet aan kan en omvalt, vallen wij allemaal mee. De twintig grootste economieën van de wereld, de G20, komen regelmatig bij elkaar om het evenwicht wereldwijd te bewaren. Er zijn maar een paar hoofdrolspelers, maar een paar wereldconcerns, maar een paar grootmachten. Wij zitten er aan vast met huid en haar. Het is niet zo vreemd dat tijdens de G20 bijeenkomsten er zoveel rellen zijn van anti-globalisten en mensen die zich zorgen maken om deze samenbundeling van macht.

Het verhaal van de torenbouw van Babel is het verhaal van schaalvergroting, van één over allen. Het is het verhaal dat ons vertelt dat wij niet ‘de poort van God’ zijn, dat wij geen maakbare wereld kunnen maken, dat wij niet alle risico’s kunnen uitschakelen, dat het niet verantwoord is dat het rijke Westen recht heeft over de rest van de wereld. Is het tij te keren? Kunnen wíj het tij nog keren?

Ik keer terug naar Taizé. Ook dat is grootschalig en massaal. We waren er met ruim vijfenveertig honderd anderen. Toch is het daar anders. Niet de macht van het getal speelt, het gaat er niet om macht of invloed, om de grootste of de sterkste. Waar het wel om gaat is aandacht voor een ieder, om het aanspreken op wie je bent. Er zijn daar zoveel nationaliteiten samen, met zoveel talen, en toch ben je er allemaal met hetzelfde doel, zoals broeder Alois zegt: “Je bent hier om te ontdekken wat God met je leven heeft. Hier word je gevoed in je vertrouwen dat je leven mag”.

Al die verschillende mensen worden aangesproken in hun moederstaal, dwz in de taal van het hart, als de stem van God in je leven. In al die talen wordt gezongen, in het Latijn, Frans, Duits, Engels, Nederlands ook, … Bijbelteksten zijn het die twintig, dertig keer herhaald worden en zo neerdalen in je ziel om daar in de bodem van je ziel neergeschreven te worden. De woorden die in je ziel staan neergeschreven betreffen ‘de grote daden van God’: dat God Jezus opricht uit de dood, en het kwaad van mensen ongedaan maakt. En dat je daarin beseft dat ook jíj wordt opgericht, dat ook jóuw leven zoveel waard is. Zijn hand houdt je vast, waar en wie je ook bent. De grote daden van God worden ook zichtbaar in ons leven. Voor ons allen geldt: ook jij bent een kind van God. Dat wordt in Taizé kin je ziel geschreven, en in zoveel andere kerken en geloofsgemeenschappen. Ook in onze Paaskerk. Wij zijn allemaal van waarde!

Pinksteren is het feest van de eenheid en de schaalvergroting, van de globalisering. Maar het gaat niet om macht om te heersen, of om angst om verstrooid te raken. Het gaat om de liefde, om het nabij zijn, om ieder mens die telt. Gods grote daden, kernwoord in het Pinksterverhaal vertelt over het behoud van het leven van Jezus, van alle mensen. Het gaat om barmhartigheid, om het ‘met ontferming bewogen zijn’. Ontferming is de drager van het leven.

Helpt het om zó in het leven te staan, zo naïef, zo menslievend? Helpt het ook als de wereld beheerst wordt door machten die ons kunnen maken en breken? Ik denk het, ik geloof er in. Macht verdeelt, ontferming doet leven. Of misschien kan ik beter zeggen: Wie macht combineert met ontferming, doet leven. Misschien zeggen sommige nu wel: die heeft zeker iets gedronken?! Dan kan ik alleen maar reageren: “Ik geloof in de grote daden van God”. Wie macht met ontferming combineert, doet leven.

Amen.